Prijsplafond blijkt in praktijk voor iedereen anders uit te pakken
Het zogenoemde prijsplafond voor gas en stroom blijkt in de praktijk toch anders in elkaar te zitten dan op papier lang het geval leek. Wanneer het plafond op 1 januari ingaat, wordt er niet enkel gekeken naar het verbruik over een heel kalenderjaar.
Er wordt ook gekeken naar het verbruik in de periode voor en na de jaarafrekening en dat is voor iedereen anders, omdat de jaarrekening voor iedereen op een ander moment in het jaar komt. Dat bevestigt het ministerie van Economische Zaken na berichtgeving van RTL Nieuws. In de praktijk krijgt iedereen daardoor een soort 'persoonlijk' prijsplafond, wat afhangt van de datum waarop het energiecontract is afgesloten.
Twee meetmomenten
Het prijsplafond is vastgesteld op een maximaal verbruik van 1200 m3 gas en 2900 kilowattuur aan stroom. Tot die hoeveelheid gaan huishoudens niet meer betalen dan een maximale prijs voor gas, stroom en stadsverwarming. De meeste huishoudens zullen zo korting krijgen op hun energierekening.
Het kabinet had voor ogen dat het zou gaan om het verbruik op jaarbasis, maar nu blijkt dat er twee meetmomenten zijn. Wie in de periode voor een jaarafrekening onder het plafond zit, mag die 'ongebruikte ruimte' niet meenemen naar de periode erna.
Hetzelfde geldt voor huishoudens die meer verbruiken dan het plafond dat voor ze is vastgesteld. Wie in een van de twee delen van 'zijn' plafondjaar meer verbruikt dan berekend, maar nog wel onder de 1200 m3/2900 kilowattuur op jaarbasis zit, betaalt dus het duurdere markttarief.
Grof gezegd wordt het prijsplafond op die manier in twee niet gelijke delen gehakt. In het fictieve geval dat de eindafrekening bijvoorbeeld komt in april, is er voor gas een plafondruimte (met dus gereduceerd tarief) van zo'n 600 m3 voor de eindafrekening en 600 m3 daarna. Voor stroom geldt in dat geval een maximale verbruiksruimte van zo'n 1000 kilowattuur voor de rekening en ongeveer 2000 daarna.
'Niet uitvoerbaar'
Er wordt in deze rekenmethode wel rekening gehouden met verschillen in energieverbruik in de zomer en de winter, is te lezen in de uitwerking van het plafond. Volgens een woordvoerder van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat konden energieleveranciers dit niet op jaarbasis berekenen.
"Dat doen we niet omdat we het leuk vinden, maar anders is het niet uitvoerbaar voor de energieleveranciers", zegt hij. Hij benadrukt dat de uitwerking in de praktijk voor een gemiddeld huishouden weinig gaat uitmaken.
"Maar verandert je situatie erg gedurende het jaar en zit je eindafrekening daartussen, dan kan het wel zijn dat het prijsplafond daar niet optimaal bij aansluit", zegt de woordvoerder.
Het tijdelijke prijsplafond geldt heel 2023 voor alle huishoudens en andere afnemers met een zogenoemde kleinverbruikersaansluiting op het elektriciteits- en gasnet of een aansluiting op een warmtenet. Mensen hoeven zelf niets te ondernemen, de energiebedrijven voeren de regeling uit.