Kinderopvangtoeslag extra omhoog, oudervereniging niet in juichstemming
De kinderopvangtoeslag gaat volgend jaar iets extra omhoog om de sterk stijgende kosten in de kinderopvang te compenseren. Dat schrijft minister Van Gennip (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) in een brief aan de Tweede Kamer. Belangenbehartigers van ouders denken dat dit de problemen maar voor een deel wegneemt.
Van Gennip noemt de "uitzonderlijke en onvoorziene hogere inflatie" reden om af te wijken van de normale systematiek.
De uurtarieven in de kinderopvang stijgen flink en "als ouders substantieel meer moeten betalen voor de opvang, kan ik mij goed voorstellen dat zij hier wakker van liggen", schrijft Van Gennip aan de Kamer.
Stoppen met werken
Zij grijpt nu in, en niet pas bij het verschijnen van de Voorjaarsnota, omdat ze wil voorkomen dat ouders stoppen met werken omdat de opvang te duur wordt.
Het maximumtarief waarover ouders een kinderopvangtoeslag kunnen krijgen zou in 2023 met 5,6 procent stijgen ten opzichte van dit jaar, maar de minister heeft nu besloten dit te verhogen tot 6,54 procent.
"Het positieve nieuws is dat de minister heeft geluisterd naar onze zorgen", reageert voorzitter Gjalt Jellesma van de belangenvereniging voor ouders in de kinderopvang (Boink). "Maar dit lost het probleem maar een klein beetje op. De prijzen van de opvang liggen in vrijwel de hele sector hoger dan de prijs waarover de toeslag wordt uitgekeerd. Het verschil moeten ouders volledig zelf betalen."
Ook directeur van de Stichting voor werkende ouders Marjet Winsemius is blij dat het ministerie met deze correctie komt, maar denkt ook dat dit niet alle problemen wegneemt. "We zien dat de prijzen in de sector met ongeveer 8,5 procent stijgen. Veel ouders, juist die met een kleine portemonnee, zullen nog steeds door de prijsstijgingen geraakt worden in hun portemonnee. En dat terwijl alle andere kosten ook hoog zijn."
57 miljoen extra
GroenLinks en de PvdA hebben consequent aandacht gevraagd voor de achterblijvende indexatie. Kamerlid Maatoug (GroenLinks) is blij dat het kabinet "na weken onduidelijkheid eindelijk uitsluitsel geeft en dus terugkomt van eerdere plannen om de verhogingen ongemoeid te laten".
De ingreep kost naar schatting 57 miljoen euro, bovenop de ongeveer 225 miljoen die al voor de stijging van de uurprijzen was uitgetrokken.