Opsporingsteam terug uit Oekraïne: 'Ongelooflijk wat we aantroffen'
Chiem Balduk
Redacteur online
Chiem Balduk
Redacteur online
De Nederlandse marechaussees die in Oekraïne onderzoek hebben gedaan naar oorlogsmisdaden zijn weer terug in Nederland. Het team heeft onder meer telefoons uitgelezen en de lichamen onderzocht van Oekraïense krijgsgevangenen die zijn omgekomen in het Russische gevangenenkamp Olenivka.
"We hebben in een mortuarium in Kiev de lichamen kunnen onderzoeken", zegt detachementscommandant Angelo Wouters van de Koninklijke Marechaussee. De stoffelijke overschotten waren in slechte staat, een deel van de lichamen was grotendeels verbrand. "Dat maakt het onderzoek moeilijk."
De forensische experts die naar Oekraïne gingen, zijn zeer ervaren. "Maar wat we daar aantroffen is niet voor te stellen. Daar is niemand op voorbereid", aldus Wouters "'Maar als iemand dit kan, zijn jullie het', zei ik tegen het team."
Zoeken naar bewijs
In Olenivka zaten Oekraïners vast die krijgsgevangen waren gemaakt bij de Russische verovering van Marioepol. De gevangenis werd afgelopen zomer grotendeels verwoest, naar alle waarschijnlijkheid door een Russische raketaanval. Zeker 53 gedetineerden kwamen om het leven. Rusland wees daarbij met de beschuldigende vinger naar Oekraïne.
Onafhankelijke onderzoekers hebben voor zover bekend geen toegang gekregen tot het zwaar beschadigde kamp. De Verenigde Naties zijn een uitgebreid onderzoek naar de aanval begonnen, maar over de voortgang van dat onderzoek is vooralsnog niets bekendgemaakt. Het forensisch onderzoek kan mogelijk meer licht op de zaak werpen.
De lichamen zijn begin oktober door Rusland aan Oekraïne overgedragen bij een uitruil van omgekomen strijders. De forensisch rechercheurs zochten naar bewijsmateriaal in de lichamen. Daarbij moet gedacht worden aan scherven en resten van bijvoorbeeld raketten in de lichamen. "Daarmee kan objectief worden achterhaald welk soort raket is gebruikt."
Wouters benadrukt dat het team slechts "stukjes van de puzzel" verzamelt, niet het totaalplaatje. Dat is aan het Internationaal Strafhof. "Op die manier kunnen wij ons werk objectief doen."
Telefoons gekraakt
Het onderzoeksteam ging op uitnodiging van Oekraïne en onder de vlag van het Internationaal Strafhof aan het werk op verschillende plekken in het land. De verzamelde bewijzen kunnen op een later moment door het strafhof worden gebruikt voor vervolging van oorlogsmisdadigers. Het team bestond uit zo'n 40 forensische rechercheurs, digitale deskundigen en chemische experts. Die laatstgenoemden hebben bijvoorbeeld monsters van de bodem meegenomen om de gebruikte munitie te achterhalen.
De digitale rechercheurs hebben bijgedragen aan het veiligstellen van digitale informatie, zoals gegevens van camera's en computers. "Nederland staat binnen Europa hoog aanschreven op dit gebied, dus onze hulp was zeer welkom."
Lichaam geborgen
Een missie in een land in oorlog is niet zonder risico, maar volgens Wouters heeft het team zich niet onveilig gevoeld. "Het was geen militaire inzet, maar politioneel. We moesten er alles aan doen om niet in een situatie te komen dat we op vijandelijke troepen stuitten." Daarom werd er alleen onderzoek verricht in gebieden die stevig onder controle staan van Oekraïne.
Commandant Wouters zegt dat hun aanwezigheid op veel waardering van Oekraïners kon rekenen. "Dat we er überhaupt zijn, doet al veel goeds. We kregen voortdurend kopjes thee aangeboden of we werden omhelsd."
Het team heeft ook heel concreet iets voor gewone burgers kunnen betekenen. "In de regio Charkiv hebben we een lichaam geborgen dat al een tijd onder het puin lag, en dat terug kunnen geven aan de familie. Dat is heel belangrijk voor de verwerking, maar ook voor het onderzoek naar mogelijke oorlogsmisdaden."
Het is de bedoeling dat in het voorjaar van 2023 opnieuw een groep Nederlandse opsporingsexperts naar Oekraïne vertrekt. Ook voor het najaar van 2023 staat een missie gepland.