'Moraalpolitie opgeheven', zegt Iraanse topfunctionaris, maar veel nog onduidelijk
De Iraanse moraalpolitie wordt opgeheven, heeft procureur-generaal Mohammad Jafar Montazeri gezegd. Hij zei volgens het Iraanse persbureau ISNA dat die "niets te maken heeft met de rechterlijke macht". Wat deze stap betekent is onduidelijk.
Dat vrouwen in Iran hierdoor meer vrijheden krijgen, is dan ook allerminst zeker. "De zedenpolitie is ontbonden, maar de rechterlijke macht zal deze sociale uitdaging blijven aangaan", citeerde de krant Shargh de procureur-generaal Montazeri vandaag. Verdere details over het besluit zijn niet bekendgemaakt. Ook is er nog geen bevestiging van de politie.
De woorden van Montazeri volgen op zijn bekendmaking dat de Iraanse rechterlijke macht en het parlement het beleid rond de verplichte hoofddoek gaan bespreken. Bekeken wordt of er mogelijk wijzigingen worden doorgevoerd, aldus de procureur-generaal. Een resultaat over deze besprekingen wordt over ongeveer twee weken verwacht.
Activisten en betogers reageren sceptisch. Vandaag herhalen ze hun oproep tot landelijke protesten. Van morgen tot en met woensdag moet er massaal gestaakt en geprotesteerd worden, luidt de oproep in berichten die op internet worden gedeeld.
Mahsa Amini
De moraal- of zedenpolitie was vooral verantwoordelijk voor de handhaving van de strenge kledingvoorschriften voor vrouwen in het streng-islamitische land. De handhavers kregen wereldwijde aandacht nadat ze in september de 22-jarige Mahsa Amini arresteerden. Er zouden een paar haarlokken onder haar hoofddoek zijn uitgekomen.
Amini stierf een paar dagen later in hechtenis van de zedenpolitie. Sindsdien protesteren mensen in Iran tegen het islamitische systeem en bijbehorende wetten en regels.
Volgens de islamitische wet moeten vrouwen in het openbaar een hoofddoek en een lange, losse jas dragen om hun haar en lichaamscontouren te bedekken. Al meer dan 40 jaar maakt deze wet deel uit van de sociaal-politieke doctrine van het islamitische systeem om, zoals men zegt, "het land en de mensen te redden van de westerse culturele invasie".
Volgens mensenrechtenactivisten zijn sinds het begin van de demonstraties ongeveer 470 demonstranten gedood, onder wie 64 kinderen en 60 veiligheidstroepen.