Dagboek Doha: Oranje doet Nigel de Jong en Van der Vaart terugdenken aan 2010
De ogen van de voetbalwereld zijn gericht op het WK in Qatar. In het gevolg van de absolute wereldsterren en in de kantlijn van het grote nieuws schrijft NOS-redacteur Thierry Boon dagelijks over wat hij meemaakt in Doha.
"Hey pikkie!", klinkt het plots in de mediazone buiten het Al Thumama Stadium. Een omhelzing tussen twee net geklede heren volgt. Ooit schitterden Rafael van der Vaart en Nigel de Jong zelf op een WK, nu volgen ze Oranje als analist.
Het is de eerste groepswedstrijd van het Nederlands elftal in Qatar. Terwijl Van der Vaart in de hoek van het stadion samen met Tom Egbers namens de NOS op een presentatieplatform staat, zit De Jong een ring daarboven in een televisiestudio.
De oud-middenvelder van clubs als Manchester City en AC Milan is daar om te analyseren voor het Engelse ITV, waarop hij samen met Manchester United-icoon Gary Neville en Arsenal-legende Ian Wright zijn ongezouten mening over Oranje mag geven.
Kort na de moeizame 2-0 zege op Senegal komen de voormalig ploeggenoten bij Ajax en het Nederlands elftal elkaar buiten tegen. "Dit is gewoon Denemarken 2010", lacht De Jong. Van der Vaart knikt.
"Typisch een eerste duel op een toernooi", luidt zijn analyse. "Je voelt je net niet helemaal lekker, bent een beetje gespannen. Wij speelden toen ook slecht tegen Denemarken, maar je wint 'm en je krijgt er een lekker gevoel van."
Matig spelen, toch winnen. Er niet lekker in zitten, toch weinig weggeven. Drie punten pakken, toch ruimte voor verbetering. "Er is nog wel werk aan de winkel", ziet De Jong, die zijn carrière in 2021 afsloot in Qatar en daar is blijven wonen.
Povere winst op de Denen bleek opmaat naar finale
De gedachte van de oud-internationals, samen goed voor 190 interlands, gaan na dit duel dus terug naar Zuid-Afrika. Twaalf jaar geleden alweer, toen Van der Vaart en De Jong met Oranje de WK-finale haalden, werd er begonnen met een povere winst op Denemarken.
Door een knullige eigen goal van Daniel Agger - verdediger Simon Poulsen kopte tegen zijn rug aan - en een intikker van Dirk Kuijt na een bal op de paal van Eljero Elia vijf minuten voor tijd, won Oranje toen in Johannesburg ook met 2-0.
Destijds bleek het de opmaat naar meer. Het Nederlands elftal van toenmalig bondscoach Bert van Marwijk bleek een stoomtrein die door bleef denderen en niet meer te stuiten leek.
Tot de teen van Iker Casillas en de rechterwreef van Andrés Iniesta.