Op bezoek bij de tandartsen van Oranje: 'Waren wat bange jongens, zijn net mensen'
Het WK win je niet alleen op het veld, maar ook in de mond. Volgens de tandartsen van Oranje, Roel de Maat en Jelly van der Brugge, kan een slechte mondgezondheid "funest" zijn voor topsporters.
De tandartsen hebben samen twee mondzorgpraktijken in Arnhem en verwelkomden in september, tijdens de vorige interlandperiode, met twee collega's de spelers van het Nederlands elftal in de stoel. Dit gebeurde in twee gehuurde bouwketen die speciaal voor de tandencheck in Zeist waren ingericht.
Vanwege het "superstrakke" schema en de privacy van de spelers werden de gebitten niet in Arnhem geïnspecteerd. De Maat: "We konden bij onze leverancier stoelen en andere materialen regelen en we namen zelf kleine spullen als watjes en alcohol mee."
Hoewel het volgens Van der Brugge af en toe "behelpen" was, konden de spelers in twee uur tijd doorgelicht worden. "We deden in Zeist alleen een controle en maakten een uitgebreid rapport per speler. Op basis daarvan werd duidelijk of spelers nog een verdere behandeling nodig hadden."
En dat het met de tanden en kiezen van de Oranjespelers niet altijd goed zat, zagen de vier tandartsen ook. Meerdere spelers hadden problemen. Ze zagen onder meer een problematische verstandskies voorbijkomen.
De tandartsen mogen met het oog op de privacy geen namen noemen. De vraag of de bondscoach ook een controle heeft gehad weet De Maat handig te omzeilen: "Meneer Van Gaal heeft het proces van begin tot eind aandachtig gevolgd."
Wel mag De Maat zeggen dat er één voetballer na de controle in Zeist nog een bezoek aan Arnhem heeft gebracht. "Doordat er nu veel tijd zat tussen de screening en het WK, konden de andere spelers met het rapport van ons naar hun eigen tandarts of naar de club", vervolgt De Maat.
Gedoe en onrust bij eerdere toernooien
De Maat en Van der Brugge zijn sinds het WK van 2014 betrokken bij het Nederlands elftal. In aanloop naar dat toernooi en het EK van vorig jaar werden spelers ook gecontroleerd. "Toen kregen meer spelers daarna nog een behandeling bij ons. Deze toernooien vielen in de zomer en omdat de competitie toen stillag, controleerden we de spelers in de weken voor de eerste wedstrijd."
Dat deze controles nodig zijn heeft de KNVB zelf ook aan den lijve ondervonden. De Maat: "We hebben gehoord dat er weleens gedoe is geweest tijdens een een groot toernooi. Dat zorgde voor onrust..."
De KNVB wil die onrust natuurlijk voorkomen en dus werden de De Maat en Van der Brugge ingeschakeld. Ze deden al een jaarlijkse controle bij Vitesse en leerden bij die club de huidige teamarts van Oranje, Edwin Goedhart, kennen.
De Maat kwam ongeveer tien jaar geleden per toeval iemand tegen die bij Vitesse werkzaam was en raakte toen in gesprek over gebitten van voetballers. "Tot dan toe gebeurde er bij Vitesse niets aan mondzorg en ik zie bij de spelers van het Nederlands elftal dat het bij sommige topclubs nu nog steeds niet goed geregeld is."
Terwijl het volgens hem cruciaal is dat dit wel gebeurt. "Spelers komen uit verschillende milieus en soms uit landen met slechte mondzorg. Daar moet op gelet worden. Een klein gaatje kan er bijvoorbeeld voor zorgen dat een tandzenuw geïnfecteerd raakt. Dan is het spel op de wagen."
Volgens De Maat en Van der Brugge zijn er veel meer mondzaken die sportprestaties nadelig beïnvloeden. En dan gaat het niet om elleboogjes of ballen die schade berokkenen aan het gebit. Van der Brugge: "Als een lichaam bezig moet zijn met het herstel van bacteriële mondproblemen, dan ben je niet topfit. Een sporter mist dan net de procentjes die het nodig heeft voor een goed resultaat."
Gebitten van topsporters niet altijd beter
Het is volgens de tandartsen moeilijk om rechtstreekse verbanden te leggen tussen mondproblematiek en blessures. Wel is er een causaal verband tussen het verloop van diabetes, de bijbehorende gezondheidsklachten (bijvoorbeeld problemen aan hart en nieren) en mondproblemen. Van de Brugge: "De topsporters die wij zien, zijn natuurlijk wel vaak gezonde jonge mensen."
Dit wil niet zeggen dat de gebitten van topsporters altijd beter zijn. Bij 45 procent van de topsporters is schade aan het tandglazuur te zien, bij andere jongvolwassenen gaat het om 30 procent. Van der Brugge: "Dit komt door de zuren in sportdranken. Die zijn echt heel erg slecht voor de tanden."
De tandartsen, die met hun praktijk meer dan 19.000 patiënten bedienen, veren op als het gaat over werken met topsporters. De Maat: "De gedrevenheid spat ervan af. Dat is toch wel speciaal."
Desondanks zit er volgens De Maat ook weer geen extreem groot verschil tussen sporters en 'normale patiënten'. "Sommige spelers van Oranje waren geïnteresseerd en er waren wat bange jongens. Het zijn net mensen."
Tandarts wielerploeg
De tandarts doet nog wel een bekentenis. De Maat zegt dat hij het meest van wielrennen houdt. Hij heeft dan ook de monden van meerdere wielrenners en wielrensters van binnen gezien. "In het peloton zijn er ook veel problemen. Het lijkt mij cool om de tandarts van een wielerploeg te worden. Ook willen we nog meer doen met NOC*NSF. Papendal ligt hier om de hoek."
Maar de focus ligt nu eerst op voetbal en Qatar. Tenminste, ze volgen het toernooi op televisie. Hoewel ze graag meegewild hadden, blijven ze thuis. Ze zeggen er niet stiekem op te hopen dat de spelers last krijgen van hun tanden en dat ze alsnog ingevlogen moeten worden. De Maat: "Nee, Oranje moet zich volledig kunnen richten op voetbal. We hopen vooral dat Nederland wereldkampioen wordt."