Bij zijn debuut in Thialf mikt schaatsfenomeen Stolz direct op baanrecord
Hij is onder de indruk van Thialf, zoals de schaatswereld onder de indruk is van hem. De 18-jarige Amerikaan Jordan Stolz hield een week geleden huis bij de eerste wereldbeker van het seizoen door in Stavanger de 1.000 én de 1.500 meter te winnen.
Zijn tijden in het voorseizoen sprongen al in het oog, maar in de wereldbekercyclus een 1.500 meter winnen met 1,76 seconde voorsprong op de nummer twee, dat was nog nooit gebeurd.
Debuut in Thialf
Komend weekeinde probeert hij dat kunststukje in Heerenveen te herhalen, bij zijn eerste kennismaking met Thialf. "Dit is zeker een van de mooiste ijsbanen waar ik ben geweest. De hal in Peking was ook groot, maar hier is het ook groot en echt mooi."
Een kolkend Thialf kent hij alleen nog maar van oude beelden. Komend weekeinde hoopt hij er zelf onderdeel van te zijn. "Dat is een van de dingen waar ik het meest naar uitkijk."
Stolz' liefde voor de schaatssport ontstond tijdens de Olympische Spelen van 2010, toen hij zijn landgenoot Apollo Anton Ohno zag schitteren op de shorttrackbaan.
Wiebelig in de achtertuin
Zijn vader maakte voor de enthousiast geworden Jordan een ijsbaantje in de tuin, waar hij zijn eerste wiebelige stapjes kon maken.
"Ik kon het niet hebben dat ik niet kon blijven staan, maar ik vond het wel leuk, dus bleef ik het proberen. En dat heeft zijn vruchten afgeworpen, denk ik", zegt Stolz bescheiden.
Bekijk hieronder het schaatsprogramma van komend weekeinde:
Maar bescheidenheid is niet nodig, want al bij zijn debuut in Thialf mag Stolz met meer dan een schuin oog naar het baanrecord van Kjeld Nuis kijken, de 1.43,00 die de regerend olympisch kampioen in 2020 op de klokken zette.
'Ongeveer tien procent kans'
Stolz: "Ik wil er niet naar kijken, maar het is wel verleidelijk. Vorige week in Stavanger ging het heel hard op vrij langzaam ijs, dus er is wel een reden om aan het baanrecord te denken."
De 1.500 meter staat zondag op het programma bij de wereldbeker. "Het zou niet goed zijn voor de Nederlanders als ik Nuis het record afneem. Ik geef mezelf ongeveer tien procent kans."