Klimaatprotest nieuwe stijl, met vooral aandacht voor de actie zelf
Gewapend met aardappelpuree, tomatensoep en secondelijm trekt een nieuwe generatie klimaatactivisten ten strijde tegen klimaatverandering. De afgelopen maanden smeerden demonstranten etenswaren op de (glasplaten voor) schilderijen van Monet, Van Gogh en Da Vinci en lijmden ze zichzelf vast aan werken van Picasso en Botticelli. Ook andere protestacties vallen op, zoals het laten leeglopen van de banden van SUV's en terreinwagens, ook in Nederland.
De acties, georganiseerd door verschillende milieuactiegroepen, hebben één ding gemeen: de initiatiefnemers eisen ermee aandacht op voor klimaatverandering. Maar tot nu toe lijkt er vooral veel aandacht uit te gaan naar de acties zelf, menen deskundigen.
Klimaatverandering op de kaart
Zelf zeggen de milieugroepen dat "disruptieve acties" als die met soep en aardappelpuree hard nodig zijn om het onderwerp klimaatverandering op de kaart te zetten. "Een blikje soep bereikt wat vele demonstraties niet deden", stelt bijvoorbeeld Extinction Rebellion op Twitter. "Klimaatactivisten die op primetime televisie mogen uitleggen wat er aan de hand is."
De actiegroep doelt op het tv-programma Jinek, waar Extinction Rebellion-lid Jelle de Graaf gisteravond aan tafel vertelde over de recente klimaatacties. "Het is nu anderhalve week geleden dat er soep over de glazen plaat voor de Zonnebloemen in de National Gallery in Londen is gegooid, en nog steeds hebben we het erover", zei hij daar. "Sinds de coronacrisis is uitgebroken, is er niet zoveel aandacht geweest voor de vraag wat er nodig is om de klimaatcrisis aan te pakken."
Korte tijd later lijmde De Graaf zichzelf vast aan de talkshowtafel:
Jacquelien van Stekelenburg, hoogleraar sociale verandering en conflict aan de Vrije Universiteit, heeft geboeid naar de actie bij Jinek gekeken, vertelt ze. Ze ziet dat er vooral over de actie zelf wordt gesproken en minder over het doel. "Maar tegelijkertijd: op het moment dat een actievoerder zichzelf vastlijmt, eist hij de aandacht op en koopt hij als het ware tijd om zijn boodschap over te brengen."
Felle reacties
Volgens Van Stekelenburg reageert het publiek daar doorgaans anders op dan op 'gewone' demonstraties, zoals een protestmars. "Bij zulke demonstraties halen mensen vaak hun schouders op en denken ze: het zal wel."
In het oog springende protesten met soep en lijm leiden daarentegen tot fellere reacties, zegt de hoogleraar. "Mensen vinden het óf heel goed óf ze vinden het helemaal niks." De balans tussen die twee uitersten is een lastige, legt ze uit. "Er is altijd een heel dunne lijn tussen enerzijds de sympathie willen bewaren en anderzijds je boodschap over het voetlicht brengen."
Als voorbeeld noemt Van Stekelenburg de boerenprotesten van een paar jaar geleden, toen agrarisch ondernemers met trekkers naar Den Haag reden en daar veel verkeersoverlast veroorzaakten. Boerenactiegroepen organiseerden daarna een ontbijt voor mensen die last hadden gehad van het protest, herinnert ze zich. "Actievoerders willen bewustzijn creëren, een boodschap overbrengen en de publieke opinie beïnvloeden. Daar heb je nu eenmaal ook sympathie voor nodig."
Dilemma
Bert Klandermans, emeritus hoogleraar aan de Vrije Universiteit spreekt van een dilemma tussen middel en doel. "Een actie kan makkelijk averechts werken. Dan hebben mensen weliswaar sympathie voor je doel, maar wijzen ze het middel dat je gebruikt af."
Dat geluid klinkt ook op sociale media:
Klandermans, die jarenlang onderzoek heeft gedaan naar protestbewegingen, ziet demonstraties als een communicatiemiddel waarmee actievoerders aan politici duidelijk maken dat er iets is wat mensen hoog zit. "Als je dan een extreem middel kiest, heb je meteen de aandacht. Ter vergelijking: bij een gewone straatdemonstratie moet je vandaag de dag heel wat mensen op de been brengen om indruk te maken."
Matigen
Maar uiteindelijk moeten actievoerders zich wel gematigder opstellen, denkt hij. "Je kunt nog wel meer schilderijen van Van Gogh bekladden, maar daar is het milieu niet mee geholpen. Vroeg of laat moeten de actievoerders toch gaan praten met de mensen die de beslissingen nemen."
En zo gaat het vaak met protestbewegingen, weet Klandermans. "Het begint vaak met extreme middelen of extreme personen, en langzaam wordt dat gematigder." Sterker nog, zegt hij: vaak maken de wat meer gematigde geluiden binnen een beweging dankbaar gebruik van de aandacht die hun extremere collega's hebben gegenereerd. "Dat moet ook wel, anders wil niemand meer met zo'n groep om tafel."