SVR-officier Nefedov (bij zijn verhuizing uit Den Haag) en GRU-officier Lykov (bij de uitzetting op vliegveld Zaventem)
NOS Nieuws

Uitgezette Russen deden in Nederland aan contraspionage en spionage hightech-sector

  • Eelco Bosch van Rosenthal

    verslaggever Nieuwsuur

  • Ben Meindertsma

    onderzoeksredactie

  • Eelco Bosch van Rosenthal

    verslaggever Nieuwsuur

  • Ben Meindertsma

    onderzoeksredactie

De zeventien Russische inlichtingenofficieren die Nederland eind maart uitzette, hielden zich onder andere bezig met het versleutelen van geheime berichten, contraspionage en het verzamelen van informatie over computerchips voor het Russische leger. Dat blijkt uit onderzoek van de NOS en Nieuwsuur in samenwerking met de Belgische krant De Tijd.

Acht van hen werkten voor de Russische buitenlandse inlichtingendienst SVR, negen voor de militaire inlichtingendienst GRU. De mannen deden zich voor als handelsvertegenwoordiger in Amsterdam, militair attaché of diplomaat bij de OPCW, de Organisatie voor het Verbod op Chemische Wapens in Den Haag. Over hun identiteit en hun bezigheden in Nederland was tot nu toe niets bekend.

Decennialang werkten voor de GRU en SVR (een van de opvolgers van de KGB) zo'n twintig Russische spionnen in Nederland als official cover: een spion die zich voordoet als diplomaat. Het was ongeveer de helft van het hogere ambassadepersoneel. Geen enkel ander land deed dat op die schaal.

Dat de Russische inlichtingenofficieren zich vrij in Nederland konden bewegen was al die jaren bekend bij de Nederlandse inlichtingendiensten AIVD en MIVD, die er na een visumaanvraag vaak snel achter kwamen dat het om een spion ging. In de wetenschap dat Moskou op een uitzetting zou reageren door zelf een Nederlandse diplomaat uit te zetten, werd de aanwezigheid van Russische spionnen in Nederland jarenlang door het ministerie van Buitenlandse Zaken gedoogd.

Daar kwam abrupt een einde aan toen Rusland afgelopen februari Oekraïne binnenviel. Na overleg met de AIVD en MIVD en andere Europese landen, besloot het ministerie van Buitenlandse Zaken eind maart het gros van de Russische spionnen uit te zetten. Ook andere Europese landen deden dat. In totaal moesten ruim 200 spionnen vertrekken.

Referentura

Boven aan de Nederlandse lijst stond de 52-jarige Sergey Pyatnitskiy, zeggen inlichtingenbronnen. Zijn uitzetting had bij de diensten prioriteit omdat hij aan het hoofd stond van de encryptiedienst op de Haagse ambassade. Op het ambassadeterrein beschikken de Russische inlichtingendiensten elk over een eigen zogeheten referentura, een kamer van waaruit geheime versleutelde communicatie met Moskou plaatsvindt.

Uitzetting van de encryptie-experts - zes in totaal in Nederland - gold als prioriteit voor alle westerse landen, die NAVO-geheimen en informatie over wapenleveranties aan Oekraïne per se uit Russische handen wilden houden. Ook de Russen zien de encryptie-experts als essentieel. Volgens inlichtingenbronnen mochten de zes alleen onder strenge begeleiding het ambassadeterrein verlaten, om te voorkomen dat ze zouden overlopen.

De overige elf spionnen hadden allemaal als taak om actief inlichtingen te verzamelen of interessante personen in kaart te brengen. Twee uitgezette spionnen werkten voor Directoraat VRK, de afdeling van de SVR in Moskou die zich richt op contraspionage. Zij waren belast met het werven van bronnen onder Nederlands inlichtingenpersoneel, en bij buitenlandse diensten die in Nederland actief zijn, zoals de Amerikaanse inlichtingendienst CIA. Daarnaast moest het tweetal het overige ambassadepersoneel in de gaten houden, om zeker te weten dat niemand in contact zou treden met Nederlandse inlichtingendiensten.

Zeker twee andere uitgezette inlichtingenofficieren hebben expertise op het gebied van militaire technologie. Inlichtingenbronnen gaan ervan uit dat zij onder andere in Nederland waren om informatie over computerchips voor het Russische leger te verzamelen. Nederland staat wereldwijd bekend als een belangrijke speler bij de ontwikkeling van computerchips. Twee jaar geleden werd er ook al een Russische inlichtingenofficier uitgezet die hier in de ogen van Nederland te actief mee bezig was.

De Russische inlichtingenofficieren gebruikten verschillende dekmantels. Drie van hen kwamen Nederland binnen als lid van de Russische delegatie bij de Organisatie voor het Verbod op Chemische Wapens in Den Haag. Ze vertoonden zich daar echter zelden of nooit. Vier GRU-officieren werkten als handelsattaché vanuit de kleine Russische handelsvertegenwoordiging aan het Museumplein in Amsterdam. Een van hen was het adjunct-hoofd van de vertegenwoordiging.

Begin april werden de spionnen door een Russische regeringsvliegtuig opgehaald in Brussel

Ben de Jong, kenner op het gebied van de Russische inlichtingendiensten en verbonden aan de Universiteit Leiden, denkt dat de uitgezette Russen niet per se op zoek waren naar Nederlandse informatie: "Als een Russische dienst er hier in slaagt om bijvoorbeeld iemand te rekruteren bij Buitenlandse Zaken of Defensie, dan heb je een goede kans dat ze op die manier ook achter geheimen weten komen die door andere landen of organisaties met Nederland worden gedeeld. Op die manier fungeert Nederland als een achterdeur."

Eerder liet Nederland al weten dat het drie spionnen heeft laten zitten. Het blijkt te gaan om de hoofden van de GRU en de SVR op de Haagse ambassade, en om een SVR-officier die onder meer verantwoordelijk is voor de veiligheid van het ambassadepersoneel. Nederland wil de lijnen met de Russische diensten openhouden voor noodgevallen, bijvoorbeeld in het geval van terroristische dreigingen.

In een gezamenlijke reactie gaan de AIVD en de MIVD niet in op de zeventien namen en functies. Wel bevestigen de diensten dat de mannen al veel langer in de gaten werden gehouden. "De opstelling van Rusland en de steun die Nederland uitsprak voor Oekraïne, maakte de aanwezigheid van deze groep in Nederland extra ongewenst."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl