Prijsplafond kost 23,5 miljard. Kunnen we dat wel betalen?
Het kabinet verwacht dat het prijsplafond voor energie zo'n 23,5 miljard euro gaat kosten. Maar dat kan ook veel meer of juist minder worden. Het kabinet rekent namelijk met de consumentenprijs voor gas- en elektriciteit van afgelopen maand: 2,80 euro per kuub gas, en 0,75 euro per kWh stroom.
Mochten de prijzen volgend jaar meevallen, dan zal het kabinet minder geld hoeven bijleggen. Maar als gas en stroom nog duurder worden, dan moet het kabinet meer geld uittrekken om huishoudens te compenseren. In dat geval kunnen de kosten oplopen tot ruim 40 miljard.
Kunnen we dat als land wel betalen? En wat zijn de gevolgen voor de inflatie van deze onverwachte extra uitgaven?
Hoe gaan we dat betalen?
Er zit ook een meevaller aan de hogere gasprijzen. Want de staat verdient nog altijd aan de gasverkoop uit de Nederlandse gasvelden. Als de energieprijs stijgt, zal een deel van de extra uitgaven daaruit worden betaald. Verder had het kabinet al 5,4 miljard uitgetrokken voor de verlaging van de energiebelasting volgend jaar. Blijft over een gat van misschien wel tientallen miljarden.
Het kabinet wil komend voorjaar de puzzel compleet hebben.
Het denkt het gat deels op te kunnen vullen met de aangekondigde extra belasting op energieproducenten en grote bedrijven.
De rest van het geld zal moeten worden geleend op de kapitaalmarkt. De Nederlandse staat profiteerde afgelopen jaren van een extreem lage rente, ook in coronatijd. De rente op een tien-jaarslening was begin dit jaar zelfs negatief. Maar de afgelopen maanden is de rente gestegen naar boven de twee procent. Lenen kost weer geld.
'We kunnen het betalen', zegt monetair econoom Casper de Vries. "Nederland en Duitsland staan er economisch beter voor dan andere Europese landen. Maar de vraag is hoelang je de pijn wil uitstellen. Het is belangrijk dat dit een tijdelijke maatregel blijft. We moeten beseffen dat we met z'n allen armer zijn geworden en dat we de rekening eens moeten betalen."
Als het prijsplafond beperkt blijft tot 2023, zoals is aangekondigd, dan zijn de gevolgen voor de staatsfinanciën beperkt. Maar er zijn ook onbedoelde gevolgen voor de inflatie, waarschuwen economen.
Remmen en gasgeven tegelijk
Het prijsplafond is in de eerste plaats bedoeld om kwetsbare burgers te beschermen die de heel hoge energieprijzen niet meer kunnen betalen. Maar deze regeling helpt alle huishoudens. Allereerst krijgen alle huishoudens, rijk en arm, in november en december een tegemoetkoming van 190 euro. En ook het prijsplafond vanaf 1 januari is er voor iedereen. Dat betekent dat ook mensen die de hogere energieprijzen wel zouden kunnen betalen honderden euro's per maand gecompenseerd krijgen.
Terwijl centrale banken met renteverhogingen proberen om de inflatie omlaag te brengen en de economie af te remmen, is het effect van deze steun precies tegenovergesteld. Huishoudens kunnen het geld aan andere zaken uitgeven dan energie. De vraag naar goederen en diensten blijft hoog, de economie krijgt juist extra zuurstof.
De president van De Nederlandsche Bank, Klaas Knot, zag het al aankomen. "Wij roepen al langere tijd de overheden op om vooral geen olie op het vuur te gooien", zei hij onlangs tegen de NOS. 'Dus dat er steun moet worden verleend is buitengewoon begrijpelijk. Maar die steun moet gericht zijn, moet tijdelijk zijn en waterdicht gefinancierd."
Ook econoom Bas Jacobs is buitengewoon kritisch. Het energieplafond voorkomt de grootste koopkrachtdrama's, maar heeft ook grote economische bijwerkingen, zegt hij op Twitter.
De hoogleraar Openbare Financiën wijst erop dat het prijsplafond de energieprijzen op de vrije markt alleen maar verder omhoog duwt. "Er is niet ineens meer energie," schrijft hij. Omdat veel Europese landen inmiddels een prijsplafond hebben ingesteld, is er zelfs minder energie. "Doordat veel EU-landen nu massaal hun energievraag subsidiëren, neemt de energieschaarste in de EU ook sterk toe, met nog hogere prijzen tot gevolg."
Terwijl het prijsplafond dus helpt om de inflatie omlaag te brengen (want energie wordt voor huishoudens minder duur) leidt hetzelfde prijsplafond tegelijkertijd tot een hogere inflatie.
Besparen
Het prijsplafond geeft burgers zekerheid voor komend jaar. Maar het is nog niet duidelijk hoe het daarna verder moet. Deskundigen verwachten niet dat de gas- en stroomprijzen de komende jaren weer terug gaan naar het niveau van voor de oorlog in Oekraïne. Daarom zet het kabinet in op meer subsidie voor maatregelen om energie te besparen. Maar het prijsplafond vermindert tegelijkertijd de prikkels om fors te besparen.
"De overheid moet bedenken hoe je dit gaat terugdraaien", stelt De Vries. "We moeten ons gedrag aanpassen."