Kritiek op Nederlandse VN-missie in Mali: doel maar beperkt bereikt
De Nederlandse bijdrage aan de VN-missie in Mali heeft de gestelde doelen maar beperkt bereikt. Dat blijkt uit een evaluatie van de missie door de directie Internationaal Onderzoek en Beleidsevaluatie (IOB), een onafhankelijke dienst die het werk van het ministerie van Buitenlandse Zaken beoordeelt.
Er deden tussen 2014 en 2019 ongeveer 6000 Nederlandse militairen mee aan de missie. Nederland leverde onder andere special forces en helikopters. De Nederlanders moesten inlichtingen verzamelen en analyseren en de "ogen en oren" zijn van de VN-missie Minusma, zei het kabinet destijds. De Nederlandse militairen waren gestationeerd in Gao, in het noorden van het land.
Volgens de IOB was de inzet hoogwaardig en vernieuwend voor de VN. Maar "de Nederlandse inlichtingenbijdrage heeft de besluitvorming van de missie slechts in beperkte mate ondersteund en de inlichtingenketen niet duurzaam versterkt", concludeert de dienst in het rapport. De doelstellingen bleken "niet realistisch en "te ambitieus voor de context waarin gewerkt werd".
Gebrek aan kennis van de Franse taal
De Nederlandse bijdrage sloot niet goed aan bij de organisatiestructuur van de VN-missie. Er was onduidelijkheid over de Nederlandse rol in Minusma. De inlichtingen die geleverd werden waren van waarde, maar de VN was "niet goed in staat de inlichtingencapaciteiten te absorberen en te handelen naar de aangedragen inlichtingen".
Nederlandse officieren kwamen daarnaast vaak op een andere functie terecht dan waarop ze hadden gesolliciteerd en Nederland had daarop ook weinig invloed "door een gebrek aan strategische posities". Ook bleken de korte uitzendtermijnen en een gebrek aan kennis van de Franse taal struikelblokken.
Er was bij de uitgezonden militairen ook twijfel over de motivatie voor deelname van Nederland aan de missie, blijkt uit de evaluatie, "omdat een helder en goed onderbouwd verhaal afwezig was". Politieke partijen en ministeries vulden de redenen voor deelname op hun eigen manier in en kwamen met thema's als terrorismebestrijding en migratie, "terwijl MINUSMA hier in de praktijk nauwelijks opvolging aan kon geven".
Het kabinet laat weten "aan de slag te gaan" met de aanbevelingen van de IOB en daar deels al mee te zijn begonnen. Zo moeten mandaat en de doelstellingen bij toekomstige missies duidelijker geformuleerd - ook naar aanleiding van de Nederlandse missie in Afghanistan.
Ook zal in de toekomst bij soortgelijke inlichtingenmissies vooraf beter worden gekeken naar de informatiebehoefte en wie waar verantwoordelijk voor is.
De VN-missie in Mali ging in 2014 van start nadat Franse militairen jihadistische groepen hadden teruggedreven. Van april 2021 tot mei dit jaar ondersteunde Nederland de Minusma-missie nog met een Hercules-transportvliegtuig en ongeveer negentig manschappen.
Op dit moment is Nederland nog heel beperkt actief in Mali. De veiligheidssituatie in het Sahel-land is de afgelopen jaren flink verslechterd ondanks de aanwezigheid van 14.000 blauwhelmen.