Na de bevrijding vraagt Izjoem zich af: wie heulden met Russen?
Christiaan Paauwe
redacteur, nu in Oekraïne
Zes maanden leefden de inwoners van de Oekraiense stad Izjoem onder Russische bezetting. Voor voedsel, water en andere basisvoorzieningen waren ze afhankelijk van de Russen. Nu na de bevrijding het leven weer op gang komt, heerst de vraag: wie collaboreerden met de bezetter?
Veel inwoners praten daar niet gemakkelijk over. "Kreeg u humanitaire hulp van de Russen toen ze Izjoem bezetten?" "Geen commentaar". Margarita ontwijkt alle vragen over de hulp die ze van Rusland kreeg gedurende de zes maanden dat haar stad werd bezet.
Terwijl ze de schuilkelder laat zien onder school nummer 5, waar ze maandenlang met 200 anderen verbleef, blijkt zelfs de vraag of Russische militairen bij hen langs zijn geweest, te gevoelig. Maar als ze voor de verwoeste voorgevel van de school de geïmproviseerde oven laat zien waar ze brood bakten, vertelt ze terloops dat ze het bloem daarvoor kregen.
Ben je fout als je Rusland met open armen ontving? Of als je, bijvoorbeeld als ambtenaar, onder de nieuwe machthebbers door bleef werken? Ben je fout als je de bezetter ergens mee hielp in ruil voor voedsel, of ben je zelfs al fout als je humanitaire hulp aannam? Collaboratie kwam in Izjoem in alle grijstinten voor.
Wat is geoorloofd
Steden en dorpen in de provincie Charkov waren een half jaar lang bezet. Er was maandenlang geen stroom, geen water en bijna geen eten. Mensen moesten in die erbarmelijke omstandigheden zien te overleven.
Wat in zo'n extreme situatie geoorloofd is, leidt overal tot discussie. Zoals bij de ingang van een flatgebouw in Izjoem, waar tientallen mensen zich verzamelen omdat het Oekraïense leger er een aggregaat heeft neergezet waarmee ze hun telefoon kunnen opladen.
In de rij staan ook Jevgeni en zijn vrouw. Zij willen de stad zo snel mogelijk verlaten, maar mogen nog niet vertrekken van de autoriteiten omdat Oekraïne op zoek is naar achtergebleven Russen, en ook collaborateurs. "Wat mij betreft zijn dat mensen die Rusland hielpen", concludeert hij. "Maar veel inwoners werkten door om eten te krijgen."
Hoe noem je inwoners die simpelweg de stad draaiende hielden?
De gepensioneerde Alexander begint mee te doen met het gesprek en is minder vergevingsgezind. "Mensen die eerst voor de stad werkten toen die Oekraïens was, en daarna met Rusland in zee gingen. Dat zijn toch collaborateurs?"
Een vrouw in de rij wordt boos als ze dat hoort. "Hoe noem je mensen dan die simpelweg de stad draaiende hielden?", onderbreekt ze verhit het gesprek. "Mensen die slachtoffers hebben begraven? Die werk oppakten voor wat pasta?" Een militair moet er tussen komen om de rust in de rij te bewaren.
Een Oekraïense officier bij het aggregaat gelooft niet dat Rusland hier soortgelijke service verleende voor stroom en internet. Wel weet hij dat er ook van Russische zijde humanitaire hulp was. Hij lijkt het geen problemen te vinden dat mensen die hulp accepteerden.
Om de collaborateurs eruit te halen onderwerpt het Oekraïense Openbaar Ministerie alle inwoners van Izjoem aan een onderzoek. Een man op een brede boulevard vertelt dat hij over zes dagen zijn afspraak heeft. Pas daarna mag hij Izjoem verlaten.
De angst voor collaborateurs die zich vrij door Oekraïne kunnen bewegen is groot. Maar in Izjoem is de ook de vrees voelbaar dat het Openbaar Ministerie een definitie hanteert die zo streng is dat veel mensen daaronder vallen.
Inwoners werden aan het begin van de oorlog achtergelaten en moesten maandenlang zien te overleven, benadrukt Jevgeni. Maar er waren zeker mensen die het eens waren met de Russische propaganda. Mensen die de oorlog een goeie zaak vonden, blij waren met de bezetting en eraan meehielpen. Velen van hen zijn nu naar Rusland gevlucht. "Dat zijn de echte collaborateurs."