Gasterra legt verantwoordelijkheid voor hoge gaswinning bij ministerie
Het ministerie van Economische Zaken was volledig op de hoogte van de opvallend hoge gasproductie in 2013 die volgde op de dringende waarschuwing om juist minder gas te winnen. Dat bleek vandaag tijdens de parlementaire enquête gaswinning. Meerdere keren heeft Gasterra in dat jaar het ministerie gewezen op de hoge productiecijfers, maar het ministerie antwoordde dat dat geen probleem was.
Volgens oud-topman Gertjan Lankhorst van Gasterra heeft een collega van hem aan de bel getrokken over de hoge productie, maar "hij kwam terug met het verhaal dat dat inderdaad de bedoeling was."
Dit was in mei 2013, toen intern steeds duidelijker werd dat de hoeveelheid gewonnen gas zou uitkomen op meer dan 53 miljard kuub. Voor een deel was dat het gevolg van het koude weer in dat voorjaar, waardoor er meer gas nodig was.
Anton Broenink, Chief Operations Officer van Gasterra, zei tijdens zijn verhoor dat het toch mogelijk was geweest om snel minder aardgas te winnen. In werkelijkheid ging de aardgaswinning in 2013 fors omhoog, terwijl in de zomer van 2012 de zwaarste aardbeving tot dan toe was geweest.
Opdracht veranderde niet
Het doel van de aandeelhouders van Gasterra, Shell, Exxon en de Nederlandse Staat was altijd "om zoveel mogelijk Gronings gas, voor een zo mooi mogelijke prijs te verkopen", legde Broenink de commissie uit. Volgens de voormalige topman van Gasterra veranderde die opdracht niet na de aardbeving van Huizinge en ook niet na het advies van het Staatstoezicht op de Mijnen om de productie te beperken.
Binnen Gasterra vroegen mensen zich geregeld af of het wel verstandig was om zoveel gas te winnen, zei Broenink. Ook gaandeweg 2013 had de gaswinning volgens hem nog beperkt kunnen worden, Maar het was hem duidelijk dat het ministerie dat niet wilde. "Je zag dat die ruimte er niet was." De afdeling van Broenink had in 2012 al uitgerekend dat de hoeveelheid te winnen gas dat jaar teruggebracht had kunnen worden tot 27 miljard kuub.
Volgens Lankhorst waren daar wel aanvullende maatregelen voor nodig, maar was het technisch inderdaad mogelijk. Het zou wel een forse impact hebben gehad op de aardgasbaten. Toen bij het ministerie nogmaals werd nagevraagd of de hoge productie echt de bedoeling was, was het antwoord volgens Broenink: "Dit is prima, want dit onderstreept hoe belangrijk Groningen is voor de energievoorziening van Nederland."
Stikstofcapaciteit
Ook opmerkelijk in het verhoor van Broenink was dat er volgens hem bewust besloten is om geen gebruik te maken van een technische mogelijkheid om de gaswinning te beperken. Met stikstoffabrieken kan buitenlands gas geschikt worden gemaakt voor huishoudens en bedrijven, waardoor er minder gas in Groningen gewonnen had hoeven worden.
Maar uit het businessplan van Gasterra uit 2012, dat de enquêtecommissie tijdens het verhoor toonde, bleek dat er jarenlang geen gebruik van die mogelijkheid is gemaakt. De Tweede Kamer heeft in latere jaren vaak vragen gesteld over waarom die stikstofcapaciteit niet volledig werd benut.
Oud-Gasterra-topman Lankhorst betreurt het, zei hij verder, dat het niet is gelukt de afgelopen jaren overeenstemming te bereiken over de versterking van huizen en de schadeafhandeling. Dan hadden we nu nog het potentieel van het Groningse gasveld kunnen benutten, meent Lankhorst.