Extra flexwoningen voor statushouders, gaat dat lukken?
Om de druk op de opvang van vluchtelingen weg te nemen, moeten er dit jaar 2500 flexwoningen bij komen boven op de geplande 5000. Dat besloot het kabinet afgelopen week. De twee jaar erna wordt er ingezet op het bouwen van 15.000 flexwoningen per jaar.
Zo komt plaats vrij in de azc's voor vluchtelingen die onderdak nodig hebben na aanmelding in Nederland. De extra woningen maken deel uit van de asielopvangdeal tussen de gemeenten en het kabinet, maar of die een succes wordt is de vraag.
Vertragingen
Een flexwoning dankt zijn typeaanduiding vooral aan de verplaatsbaarheid. Doorgaans staat zo'n woning tien tot vijftien jaar, daarna kan hij ergens anders worden ingezet. Een quick fix, zo lijkt het, want een serie flexwoningen kun je snel bouwen in een fabriek. "Als het aan ons ligt, staan ze er binnen een maand of twee", zegt Joziene van de Linde, commercieel directeur bij bouwbedrijf De Meeuw in Oirschot.
Maar de praktijk is weerbarstig. "Planning is heel lastig. We gingen er bijvoorbeeld van uit dat we in juni ergens flexwoningen konden neerzetten, maar dat blijkt dan ineens oktober te zijn, of december", zegt Van de Linde.
Ze ziet vertragingen ontstaan bij onder meer het bouwrijp maken van grond, inspraakprocedures en discussies in de lokale politiek over geplande locaties en vergunningverlening. "Flexwoningen die in serie worden gebouwd, moeten steeds opnieuw worden gekeurd. Het zou enorm helpen als, net als in de auto-industrie, een bepaald type één keer wordt gekeurd. Dat scheelt een enorme papierwinkel."
Imagoprobleem
"Flexwoningen zijn vaak niet de oplossing waarop wordt gehoopt", zegt Jolien Groot van het Planbureau voor de Leefomgeving, dat in een vorige maand verschenen onderzoek vaststelde dat het nog niet echt vlot met het realiseren van flexwoningen in Nederland. "De ambities van het kabinet zijn goed, maar zijn er al langer. Tot nu toe is het nog niet gelukt er meer dan 5000 per jaar te bouwen." Meestal gaat een derde tot de helft van gebouwde flexwoningen naar statushouders.
"De woningen kampen met een imagoprobleem, de eerste flexwoningen werden van zeecontainers gemaakt. Maar dat beeld klopt niet meer. De nieuwste types zijn volwaardige woningen die tientallen jaren mee kunnen gaan."
De flexwoningen zijn eigenlijk gewone, complete woningen waar de meeste mensen alleen wonen:
Maar het grootste obstakel voor het plaatsen van flexwoningen is en blijft de beschikbare ruimte, zegt Groot. "Als een gemeente een plek op het oog heeft, ontstaat er vaak discussie of die plek misschien toch voor iets anders moet worden ingezet, of dat het groen behouden moet worden."
De exploitatie van flexwoningen blijkt vaak een lastige rekensom voor verhuurders, omdat de periode waarin een flexwoning wordt verhuurd, veel korter is dan die van een reguliere woning. Vaak is vooraf niet zeker of de flexwoning een tweede periode ingezet kan worden. Om die financiële onzekerheid weg te nemen, heeft het kabinet extra geld vrijgemaakt om flexwoningen op te kunnen kopen, als het niet lukt ze na de eerste gebruiksperiode elders in te zetten.
Veel loketten
Bij het ontwikkelen van flexwoningen zijn in Nederland onder meer gemeenten, regio's, provincies, woningcorporaties en andere woningmarktpartijen betrokken. Veel loketten dus, loketten waar vaak ook nog eens een personeelstekort heerst. Om de procedures tussen al die partijen te versnellen, is er vanuit het ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening een Taskforce Versnelling Tijdelijke Huisvesting in het leven geroepen. Met onder meer de gemeenten Utrecht en Amsterdam zijn afspraken gemaakt voor het versneld ontwikkelen van duizenden flexwoningen.
Maar alle afspraken samen tellen nog niet op tot het beoogde aantal extra flexwoningen dit jaar. Er zijn 3500 van zulke woningen neergezet en er zijn plannen bekend voor de oplevering van nog eens 3100 woningen. Het extra geld en de taskforce zouden betrokken partijen moeten bewegen om de totaalscore op 7500 te brengen. Daar hebben ze nog vier maanden de tijd voor.