Bol blijft tot in Parijs 2024 grote liefde trouw: 'Ook al blijf ik eeuwig tweede'
Iets minder dan twaalf uur na het voltooien van haar EK-triple hangt Femke Bol, drie stuks goud om de nek, in het atletenhotel in München ontspannen onderuit in een comfortabele stoel.
Wie haar deze luie zondagochtend zo ziet zitten, weet meteen één ding zeker: in het leven van de kersverse Europameisterin gaat geen dag voorbij zonder aan de Olympische Spelen van 2024 te denken.
Vijf armbandjes sieren Bols ranke rechterpols. Eén daarvan is zo'n typisch staaltje huisvlijt. Een witte kralenketting waar in het zwart vijf letters zijn verwerkt: Paris.
Wilde nacht
Die verwijzing naar de Franse hoofdstad maakt onmiskenbaar duidelijk wat centraal staat in haar leven. O, zeker, ze is - zoals alleen zij dat kan zeggen - 'súperblij' met de Europese titels op 400 vlak, 400 horden en 4x400 estafette.
Slechts zes atleten slaagden er ooit eerder in op één EK drie gouden medailles te veroveren. Eén daarvan is Fanny Blankers-Koen, de Vliegende Huisvrouw met wie Bol voor aanvang van het toernooi al werd vergeleken. Toch kijkt ze diep in haar hart liever hongerig vooruit dan tevreden achterom.
Het is dat haar kledingsponsor zaterdagavond een bijeenkomst organiseerde, anders was het in München misschien zelfs niet eens tot een klein feestje gekomen. Welgeteld twee glaasjes champagne dronk ze, daarna was het welletjes. De alcohol begon te landen, voor haar teken om het bed op te zoeken. Met gezonde zelfspot: "Het was een wilde nacht."
Na nog geen vijf uur slaap meldt ze zich zondagochtend in het atletenhotel om de Nederlandse media te woord te staan. Een ontmoeting die op haar eigen nadrukkelijke verzoek wordt georganiseerd. Bol is buiten atlete van wereldklasse immers ook onbezoldigd ambassadeur van haar sport.
Excel-sheet
Ze is belangstellend tegenover de opgekomen journalisten ("Hebben jullie eigenlijk een leuk EK gehad?") en excuseert zich dat ze de voorbije dagen na haar races zo gehaast was tijdens de nababbel. "Door het drukke wedstrijdschema was het allemaal een beetje hectisch. Sorry."
Haar dagschema's zijn nu eenmaal heilig, klinkt het verontschuldigend. Leven volgens een vast stramien is op grote titeltoernooien haar sleutel tot succes. Daags voor vertrek naar een wedstrijd overhandigt trainer Laurent Meuwly haar een Excel-spreadsheet waarin de dagindeling per half uur is bepaald. "Alles is gepland", zegt Bol. "Tot de huldigingsceremonies aan toe."
Dat je zo verschrikkelijk moe bent en toch moet blijven nadenken. Echt magisch.
Ze kijkt deze morgen uit naar een paar weken zonder dat 'Excel-dingetje', zoals ze het noemt. Dinsdag vertrekt ze naar Lausanne voor een Diamond League-wedstrijd, daarna sluit ze haar seizoen af in Zürich, waar de finale van die prestigieuze toernooireeks plaatsvindt. Vervolgens breekt een periode aan dat ze niet aan atletiek gaat denken.
"Even mijn hoofd uitzetten", noemt ze dat.
Overstap
Tot het zover is, blijft er eigenlijk maar één kwestie over. Na twaalf maanden waarin ze aantrad op de Olympische Spelen van Tokio, de WK in Eugene en de Europese titelstrijd in München klinkt die ene vraag onvermijdelijk.
Waagt ze de overstap naar de 400 vlak, aangezien ze met haar winnende tijd van 49,44 op dat onderdeel in Parijs misschien wel meer kans heeft op olympisch goud dan op de 400 horden? Nee, klinkt het resoluut. Dat nooit.
"De 400 horden is zó veel leuker. Dat is gewoon mijn onderdeel. En dat zal het voorlopig wel blijven ook. Ik doe gewoon wat ik het allerleukste vind, waar mijn hart ligt."
Bekijk in de carrousel hieronder de drie Europese titels van Femke Bol.
Het is een uitdaging iedere keer die puzzel te leggen, waarbij de kunst is om geen enkel stukje over te houden. Lyrisch: "Het uitkomen tussen de hordes. Het ritme dat je moet lopen én vasthouden. Dat je helemaal stuk bent en toch over die hordes moet, nee, mág springen. Dat je zo verschrikkelijk moe bent en toch moet blijven nadenken." Korte stilte. "Echt magisch."
Met een persoonlijk record van 52,03 valt er voor Bol de komende jaren bovendien nog een wereld te winnen op de 400 horden, zegt ze. Dat ze op dat onderdeel misschien wel tot het einde van haar carrière moet opboksen tegen Sydney McLaughlin, een leeftijdgenoot die met haar wereldrecord van 50,68 zelfs voor Bol een paar maten te groot is, doet niets af aan haar besluit.
Sterker, juist vanwege de aanwezigheid van de Amerikaanse houdt ze vast aan haar grote liefde.
Eeuwige tweede
"Ik hoop echt dat McLaughlin niet de overstap naar de 400 vlak maakt, zoals ze weleens oppert. Als atleet wil je op WK's en tijdens Olympische Spelen gewoon tegen de allerbesten van de wereld lopen. Dus ook tegen Sydney. Misschien betekent dat wel dat ik de eeuwige tweede blijf op de 400 horden. Dat is dan maar zo. Dan kan ik in ieder geval wel zeggen dat ik het opgenomen heb tegen de sterkste atleten die er zijn."
Haar liefde voor de 400 horden was ook de reden waarom ze in de aanloop naar München voorbijging aan een voorstel van coach Meuwly om tijdens de EK, bij wijze van prikkel, alleen op de 400 vlak uit te komen. "Ik zei hem dat ik niet wilde gokken en na mijn eerste EK zéker met een medaille thuis wilde komen."
Jubeljaar
Bol hield woord, zelfs meer dan dat. In München kwam een einde aan een jubeljaar dat ze zelf alleen maar als 'bizar' kan omschrijven. Eén brons op de Olympische Spelen van Tokio. Twee zilver tijdens de wereldkampioenschappen in Eugene. Drie goud als buit op de Europese titelstrijd.
Telkens een medaille meer. Telkens een treetje hoger op het ereschavot. "Dat laat zien dat je als mens blijkbaar meer kunt dan je zelf denkt." Want niet alles is zoals het lijkt, lacht ze. "Het is net als met mijn rennen. Dat ziet eruit alsof het me geen enkele moeite kost. Zo is het alleen absoluut niet."
Het waren twaalf maanden waarin Bol uitgroeide tot fenomeen, een status waar ze aan moet wennen. "Iedereen wil ineens iets van je en heeft een mening over je. Ik kan me daar best goed van afschermen. Gelukkig heb ik een manager die heel veel juist níet met me deelt."
Mensen 'nee' verkopen probeert ze desondanks tot een minimum te beperken. "Dan denk ik: hoeveel moeite is het nou helemaal om even stil te blijven staan als mensen een foto van me willen maken? In tien seconden tijd kan ik iemand heel erg blij maken."
Toerist
Maar liever nog dan andere mensen een fijne dag te bezorgen, gunt ze zichzelf in deze fase van het seizoen een leuk uitje. Bol kijkt er reikhalzend naar uit om binnenkort samen met haar vriend, de Belgische polsstokhoogspringer Ben Broeders, op een Grieks eiland anoniem de toerist uit te hangen. Genieten van zon, zee en strand. Eindelijk weer eens eten en drinken wat ze wil.
Een paar weken de teugels laten vieren, dan is het weer welletjes. Uitspattingen zijn leuk, maar niet zaligmakend. Geef haar maar een atletiekwedstrijd in om het even welke uithoek van de wereld. "Geloof me, er is niets mooiers dan dat."