CPB: koopkracht hard onderuit, armoede neemt toe
Zonder nieuw beleid daalt de koopkracht van huishoudens dit jaar met 6,8 procent, om volgend jaar met 0,6 procent slechts licht te herstellen. Dat staat in ramingen van het Centraal Planbureau (CPB) voor het komende anderhalf jaar. Het CPB zegt op basis van beschikbare gegevens dat de verwachting zeker sinds de jaren 90 niet zo somber was.
De koopkrachtcijfers zijn van belang voor de besluitvorming van het kabinet over de begroting voor volgend jaar. Hoeveel de koopkracht daadwerkelijk gaat dalen is dus nog afwachten, omdat er momenteel een stevige politieke discussie gevoerd wordt over hoe de koopkrachtklap te dempen.
Op Prinsjesdag publiceert het Centraal Planbureau een update van deze verwachtingen. Daarin nemen de onderzoekers mee wat de impact is van het extra beleid van het kabinet om huishoudens eventueel te compenseren.
"Ik heb dit nog nooit eerder gezien. het zijn dramatische cijfers", zegt CPB-directeur Pieter Hasekamp. "Zeker voor de mensen die het al moeilijk hebben en straks hun energierekening niet meer kunnen betalen."
Armoede neemt toe
De inflatie blijft langere tijd hoog: voor dit jaar verwacht het CPB een inflatie van 9,9 procent, en voor 2023 4,3 procent. Hierdoor neemt de armoede toe. Er is steeds meer geld nodig om aan de basisbehoeften te kunnen voldoen, terwijl de inkomens beperkt stijgen.
Het aandeel personen in armoede stijgt volgend jaar tot 7,6 procent. Voor kinderen is dat zelfs 9,5 procent. Dit is volgens het CPB een onderschatting, omdat energie voor lagere inkomens een groter aandeel in de uitgaven is.
Volgens Hasekamp kan de overheid zich bij het compenseren het beste op de laagste inkomens richten. "Ik denk niet dat de overheid iedereen kan compenseren. Er is ook een rol voor sociale partners wat betreft loonontwikkeling."
Winkelend publiek merkt nu al dat inkopen doen een stuk duurder is geworden:
In de koopkrachtvoorspelling houdt het CPB rekening met verwachte ontwikkeling van de lonen, de inflatie en het kabinetsbeleid tot dusver.
De cijfers van vandaag zeggen niet direct iets over de persoonlijke situatie van mensen. Het CPB houdt bij zijn berekeningen van de koopkracht geen rekening met veranderingen in het leven van mensen, zoals een nieuwe baan, ontslag en meer of minder werken.