Gluren door telescoop om meer te weten over corona in Noord-Korea
Ruim twee jaar lang claimde het Noord-Koreaanse regime corona volledig buiten de deur te hebben gehouden. Tot dit voorjaar, toen onder meer Pyongyang in lockdown ging. Volgens de officiële cijfers staat het aantal gevallen van 'koorts' op 4,8 miljoen, maar veel betrouwbare informatie komt er niet uit het totalitaire land.
In het Zuid-Koreaanse Ganghwa, bij de grens met Noord-Korea, proberen Zuid-Koreaanse toeristen een glimp op te vangen van het leven in de Noord-Koreaanse dorpen van het Kwaksandistrict. "Ik ben hier tijdens mijn dienstplicht ook al eens geweest", zegt één van de toeristen achter de telescoop. "Ik wilde het graag nog eens aan mijn vrouw laten zien, vandaar dat we hier nu samen naartoe zijn gegaan."
Bekijk hier de reportage die correspondent Sjoerd den Daas in Gangwha maakte:
Te zien is hoe Noord-Koreaanse boeren tegen het einde van de middag van de rijstvelden teruglopen naar hun communes. Mondkapjes zijn niet te zien, in de regio waar naast rijst vooral mais, appels en perziken worden verbouwd. Heeft corona dit deel van Noord-Korea nooit bereikt, of is de voedselvoorziening zo belangrijk dat alles moet wijken?
"In de Noord-Koreaanse staatsmedia hebben we wel wat kunnen lezen over de lockdowns in grote steden als Pyongyang", zegt Jeon Sang-gap van het Gwanghwa-observatorium. "Maar daar op het platteland is het eigenlijk allemaal als vanouds. Een noodsituatie vanwege corona hebben we vanuit hier in elk geval niet kunnen herkennen", vertelt Jeon, terwijl hij met zijn joystick met een zoomlens op afstand door de rijstvelden speurt.
Het Ganghwa-observatorium, waar zoete Noord-Koreaanse deuntjes door de hal schallen, is er vooral voor toeristen. Toch zijn niet alle verdiepingen open voor publiek. Zo stopt de lift op de vierde verdieping alleen voor de soldaten van het Zuid-Koreaanse leger. Een leger dat alomtegenwoordig is. Hekken en prikkeldraad, afgewisseld met wachttorens, moeten indringers buiten de deur houden.
Vanuit grensregio's als deze stuurden activisten de afgelopen weken meermaals noodpakketten door de lucht naar het noorden. Iets dat door Pyongyang wordt aangewezen als oorzaak van de epidemie. Op pamfletten en in de staatsmedia wordt gewaarschuwd voor ballonnen en 'vreemde objecten' uit het buitenland.
Veel onduidelijk
Veel is onduidelijk over het lot van de 26 miljoen Noord-Koreanen. "Er komen eigenlijk geen Noord-Koreanen meer het land uit die ons kunnen vertellen hoe het er nou echt aan toegaat", zegt Ifang Bremer van NK News, een platform dat zich specialiseert in nieuws over Noord-Korea. "Kim Jong-un lijkt de kans te hebben aangegrepen om bewegingen binnen Noord-Korea, maar ook van en naar Noord-Korea verder in te perken", vertelt hij op de redactie van NK News in Seoel.
Tot tien jaar geleden vonden jaarlijks nog enkele duizenden Noord-Koreanen via China hun weg naar Zuid-Korea. Na 2012, het jaar dat Kim aan de macht kwam, was dat al grofweg de helft minder. Sinds covid zijn de grenscontroles nog verder aangescherpt. Afgelopen jaar meldden zich slechts 63 Noord-Koreanen in Zuid-Korea, dit jaar tot nu toe 11. Wat niet helpt is dat het gros van de diplomaten en hulporganisaties is vertrokken uit het land.
Daling van 'koortsgevallen'
Pyongyang meldt de afgelopen weken een daling van het aantal 'koortsgevallen', zoals het de coronagevallen noemt, vermoedelijk vanwege een gebrek aan testcapaciteit. Vandaag rapporteerde het land voor de tweede dag op rij minder dan duizend gevallen, tegen honderdduizenden op de piek. Het totale aantal 'koortsgevallen' komt daarmee volgens de autoriteiten op 4,8 miljoen, 75 mensen zouden zijn overleden.
"Je kunt ervan uitgaan dat die cijfers niet kloppen", zegt Bremer daarover. "Tegelijkertijd is het wel zo dat het land een vrij jonge bevolking heeft, dus het aantal doden kan inderdaad meevallen." Volgens de laatste schattingen van de Verenigde Naties zijn vier op de tien Noord-Koreanen ondervoed. China heeft in de afgelopen maanden meermaals hulpgoederen gestuurd, waaronder vaccins, al lijken die tot nu toe vooral bestemd aan het leger.