Klimbenen Hirt nipt beter dan Arensman in zware Giro-rit, Bouwman behoudt bergtrui
In de klimmersbenen van Jan Hirt zat dinsdag de meeste kracht en daarmee won de Intermarché-renner de pittige 202 kilometer lange zestiende etappe in de Giro d'Italia over drie cols van de eerste categorie. De 22-jarige Nederlander Thymen Arensman (DSM), die net niet bij Hirt kon komen in de laatste kilometer, werd op zeven seconden knap tweede.
Hirt was de sterkste van een groepje overgebleven vluchters, met daarin lange tijd drie Nederlanders: Koen Bouwman (Jumbo-Visma), Wout Poels (Bahrein) en Arensman. Ook de 42-jarige Spanjaard Alejandro Valverde (Movistar), Lennard Kämna (Bora) en Hugh Carthy (EF) zaten in die vluchtgroep.
Blauwe bergtrui
Bouwman behield zijn blauwe bergtrui door als tweede over de top van de Goletto di Cadino te gaan en als eerste de Mortirolo te toppen. Knap, want de Nederlander had bijna de hele dag medevluchter en nummer twee in het bergklassement Giulio Ciccone (Trek) in zijn nek hijgen. Op zo'n dertig kilometer van de streep zat Bouwmans werk erop en liet hij de koplopers gaan met in het achterhoofd de uitputtende bergritten van de komende dagen.
Het roze blijft om de schouders van Richard Carapaz (Ineos), op slechts drie seconden gevolgd door Jai Hindley (Bora) en op minder dan een minuut gevolgd door Joao Almeida (UAE) en Mikel Landa (Bahrein).
Geen etappe is hetzelfde deze Giro, maar één ding lijkt elke dag zeker: Nederlanders zullen meezitten in de vlucht. Ook vandaag weer in de zestiende etappe over 202 kilometer van Salò naar Aprica, waarin het peloton drie beklimmingen van de eerste categorie moest bedwingen, kleurde de Ronde van Italië al vroeg op de dag oranje.
Mathieu van der Poel (Alpecin) en Pascal Eenkhoorn (Jumbo-Visma) kwamen met een openingsbod en kregen verrassend genoeg sprinter Mark Cavendish (QuickStep) mee. En dat in een slopende bergrit.
Op de eerste klim van de dag ontstond er een achtervolgende groep met flink veel gevaarlijke namen erin, die zich vervolgens bij de koplopers voegde, waardoor er een kopgroep ontstond van 22 renners. Daarin vijf Nederlanders: Wilco Kelderman (Bora), Poels, Arensman, Eenkhoorn en Bouwman. Andere opvallende naam die erbij reed: Simon Yates (BikeExchange).
Een twintig kilometer lange afdaling en wat klimkilometers verder - op 70 kilometer van de aankomst - was de kopgroep zo uitgedund dat er zeven renners overbleven. Van de Nederlanders hielden alleen Bouwman, vechtend voor behoud van zijn blauwe bergtrui, Poels en Arensman stand.
Kelderman kon niet volgen door een lekke band en belandde in geen misselijke, achtervolgende vluchtgroep met Guilio Ciccone (Trek), Guillaume Martin (Cofidis) en Yates.
Plannen van Bahrein
Met de finale in aantocht werd het onrustig in de groep met klassementsrenners. Op de smalle en daardoor linke afdaling van de Mortirolo stoof Vincenzo Nibali (Astana) er even vandoor. Om de boel eens onder druk te zetten in aanloop naar de steile Teglio en de afsluitende pas van de Heilige Cristina.
Ook Landa - vierde op één minuut van het roze - en zijn ploeg Bahrein hadden duidelijk plannen voor de slotklim. Het rood van de Bahrein-ploeg schoof met nog dertig kilometer te gaan naar voren in het peloton en voerde het tempo flink op. De groep-roze trui dunde uit en de voorsprong van vluchters liep terug.
En dat terwijl vooraan Kämna in de afdaling van de Teglio ervandoor was gegaan uit de kopgroep en zijn voorsprong juist uitbreidde. Vervolgens begon de Arensman aan een knap staaltje klimwerk. Op het steilste deel van de slotklim (7 kilometer lang zo'n 10%) zette hij de achtervolging in op Kämna. Hij kreeg gezelschap van Hirt.
Op tien kilometer van de streep viel Landa aan in de groep-rozetrui. Alleen Carapaz en Hindley konden volgen. Op dat moment voegden Arensman en Hirt zich vooraan al bij Kämna, waarna Arensman direct aanviel. Opnieuw kon alleen Hirt mee en vlak voor de top van de laatste klim viel Hirt zelf aan en sloeg een gaatje van een tiental seconden.
Dat gaatje kreeg de hoofdschuddende Arensman in de afdaling naar finishplaats Aprica niet meer dicht. Daarachter kwamen Carapaz, Hindley, Landa en - jawel - de 42-jarige Valverde nog dichtbij, strijdend voor de seconden om het roze. Hindley won het sprintje van Carapaz en eindigde de etappe als derde.