Dumoulin aast in 'zijn' Giro op vliegende start: 'Ritzege en roze zou fantastisch zijn'
Tom Dumoulin is terug in het roze circus van de Giro d'Italia. En dat bevalt de Nederlandse kopman van de Jumbo-Visma-ploeg uitstekend. De roze trui, de voorjaarszon, het roept goede herinneringen op.
"Dit is de koers die samen met de Amstel Gold Race de warmste gevoelens bij mij oproept. Enerzijds door het verleden, anderzijds omdat ik het een schitterende koers vind. Mooie mensen", straalt Dumoulin. "Het is fijn om in Italië te zijn."
En dan te bedenken dat de Giro nog helemaal niet in Italië ís.
De eerste drie etappes vinden plaats in Hongarije. Dumoulin heeft gelijk wilde plannen voor het openingsweekend: op vrijdag in de 195 kilometer lange eerste etappe geen tijd verliezen op het laatste venijnige klimmetje naar Visegrád en dan zaterdag het roze grijpen in de negen kilometer lange tijdrit in Boedapest. "Dat zou fantastisch zijn."
Weinig tijdritmeters, veel hoogtemeters
Roze pakken in een tijdrit in de Ronde van Italië, dat deed Dumoulin eerder. In 2016 (Apeldoorn) en in 2018 (Jeruzalem) was hij na de openingstijdrit de leider in het klassement.
En vijf jaar geleden, op 28 mei, in de Giro van 2017, ruilde de Limburger in de allesbeslissende tijdrit over 29,3 kilometer in Milaan zijn rood-wit-blauwe shirt in voor het roze. Klimgeiten Nairo Quintana, Vincenzo Nibali en Thibaut Pinot hadden het nakijken.
Zijn goede vriend Jos van Emden won de tijdrit, Dumoulin won de Giro. Tourwinnaars Jan Janssen en Joop Zoetemelk kregen een opvolger: Tom.
De basis voor dat succes legde hij destijds in de tijdritten. Niet alleen in de slotrit, maar ook in etappe 13 - een individuele tijdrit over 39,8 kilometer - was Dumoulin de snelste.
In de Giro van 2022 krijgen de renners niet 69 tijdritkilometers voor de wielen, maar slechts 26. Niet in Dumoulins voordeel. Wat andere klassementsrenners ook beter uitkomt dan de 31-jarige Nederlander: de hoogtemeters. Vijf jaar geleden waren het er zo'n 44 duizend, dit jaar bijna 51 duizend.
Oké, Dumoulin heeft ook aangetoond dat hij kan klimmen. Maar is denken aan de eindoverwinning wel realistisch? Wat kunnen we dit jaar van Dumoulin verwachten?
Want nee, een ideale voorbereiding had Dumoulin niet. Zijn voorjaar haperde aan alle kanten. Hij pikte een hardnekkige griep op, miste een trainingskamp in Spanje en kon door een coronabesmetting niet starten in Strade Bianche. Eind maart stapte hij af in de Ronde van Catalonië. Naweeën van corona, stelde hij.
Toch kleurden Dumoulins wangen begin april al roze bij het idee van deelname aan de Giro. Zijn fitheid groeide, maar naar de topconditie was hij nog op zoek. In twee 'thuiskoersen' - de Volta Limburg Classic (zesde plek) en de Amstel Gold Race (30ste plek) - gevolgd door een hoogtestage in Spanje hoopte hij het gevoel van 2017 te vinden.
Prima data
Dat trainingskamp verliep volgens plan. "De laatste weken voel ik mij heel goed, op hoogte. Ik heb de laatste anderhalve maand kunnen doen wat ik voor ogen had." Vooral dat ongrijpbare 'goede gevoel' geeft houvast. "Dat is het belangrijkste, maar ook de data was prima."
De bescheiden en realistische Dumoulin begint zelf al te relativeren en drukt de verwachtingen. "Maar goed, het is altijd de vraag: kun je in een koers boven jezelf uitstijgen? Ik weet wat ik kan als ik goed ben, daar twijfel ik niet aan. Het is nu zaak het eruit te laten komen op het juiste moment."
Eigenlijk is het nog moeilijk te zeggen hoe Dumoulin zich zal houden in het geweld van de koers tussen mannen als Richard Carapaz (Ineos), Miguel Ángel López (Astana), João Almeida (UAE) en Simon Yates (BikeExchange).
Een topfavoriet om in de laatste finishplaats Verona het roze aan te trekken, is er niet. De beste ronderenners van het moment - Tadej Pogacar en Primoz Roglic - rijden niet mee, de Slovenen richten zich op de Tour. Egan Bernal is er ook niet bij, de Colombiaan herstelt nog van een zware crash.
Wie weet kan Dumoulin verrassen. Maar feit is dat de tijdritspecialist dit jaar pas twaalf koersdagen in het zadel zat. "Ik ben hier voor het klassement", zegt Dumoulin. "Maar of het voor het podium is of voor de tiende plek, dat kan ik je nu nog niet zeggen."
