2,5 jaar cel voor oud-toptennisser Boris Becker voor faillissementsfraude
Voormalig toptennisser en Wimbledonkampioen Boris Becker is veroordeeld tot twee en een half jaar cel wegens het plegen van faillissementsfraude. De helft van de straf is voorwaardelijk. Drie weken geleden was hij al door een rechtbankjury in zijn woonplaats Londen op meerdere punten schuldig bevonden. Vandaag volgde de strafmaat. Hij kan nog in beroep gaan.
Ooit had Becker een vermogen van 150 miljoen euro, maar in 2017 werd de 54-jarige Duitser failliet verklaard. Hij was in de problemen gekomen door een niet afgeloste lening van 4,2 miljoen euro voor zijn villa in Mallorca.
Na zijn faillissement hield hij een deel van zijn miljoenenvermogen achter voor de curator. De jury stelde vast dat hij op vier van de 24 punten niet al zijn bezittingen openbaar heeft gemaakt, wat in strijd is met de wet. Het gaat om bankrekeningen, onroerend goed met een waarde van meer dan 1,5 miljoen euro en trofeeën uit zijn carrière als tennisser. Daaronder was ook de Wimbledon-trofee die hij in 1985 op zijn zeventiende behaalde.
Ontkenning
Becker had een maximumcelstraf van zeven jaar kunnen krijgen. Becker heeft altijd ontkend schuldig te zijn. In de rechtbank verklaarde hij dat hij zijn financiën wegens een gebrek aan tijd en kennis altijd aan adviseurs overlaat. Ook zou hij niet tijdig zijn geïnformeerd over de verplichtingen die hij had na zijn faillissement.
De aanklager ging daar niet in mee. Becker maakte opzettelijk geld over naar andere rekeningen om dit voor de curator achter te houden, zo stelde de aanklager.