Ruimtetelescoop James Webb verstuurt eerste scherpe foto's van sterrenstelsel
De ruimtetelescoop James Webb heeft de eerste scherpe foto's gestuurd sinds hij eind januari aankwam op zijn bestemming, op 1,5 miljoen kilometer afstand van de aarde. Het betekent dat de spiegels aan boord van de telescoop zijn uitgelijnd en dat er een nieuwe fase is ingegaan.
De telescoop werd voor de test gericht op de Grote Magelhaense Wolk, een van de meest nabijgelegen sterrenstelsels. Op de foto's zijn duizenden sterren individueel te onderscheiden. De telescoop stuurde al eerder beelden door, maar die waren nog niet helemaal scherp.
Testen wezen uit dat alle vier de instrumenten die het in de telescoop opgevangen licht analyseren nu in staat zijn om scherpe beelden te maken. Een van die instrumenten is het deels Nederlandse MIRI. "Het was geweldig om te zien dat het instrument werkt", vertelt Ewine van Dishoeck, hoogleraar sterrenkunde aan de Universiteit Leiden, in het NOS Radio 1 Journaal.
'Alleen maar ruis'
Van Dishoeck werkte mee aan de ontwikkeling van het instrument en zegt dat het afkoelen ervan "spannend" was. "Ons instrument moest ook nog eens kouder zijn dan de drie andere instrumenten die aan boord zijn. Want als MIRI niet koud was geweest, hadden we alleen maar ruis gezien op de foto's."
Op de foto's zijn de sterren dus voor het eerst individueel scherp te onderscheiden. Van Dishoeck: "Maar ons MIRI-instrument ziet ook meer. Die ziet ook het stof van de wolken dat tussen de sterren zit. Dat kun je heel mooi zien op de allereerste foto. Toen ik dat zag, ging mijn hart wel wat sneller kloppen."
James Webb is de grootste en krachtigste ruimtetelescoop ooit. De telescoop is in staat om licht op te vangen van sterren en sterrenstelsels, waarmee 13 miljard jaar terug in de tijd kan worden gekeken. Voordat deze zomer de eerste wetenschappelijke resultaten hiervan worden verwacht, moeten nog een aantal tests worden uitgevoerd.