Inflatie loopt in april iets terug, maar blijft uitzonderlijk hoog
De prijsstijgingen in april waren iets minder groot dan in maart, blijkt uit een voorlopige berekening van het Centraal Bureau voor de Statistiek. De inflatie komt volgens de Europese rekenmethode uit op 11,2 procent.
Dat de inflatie lager uitkomt dan de 11,9 procent van maart is geen verrassing. De prijzen van olie en gas waren in april lager dan in maart, toen de prijzen op de wereldmarkten enorme sprongen maakten vanwege de oorlog in Oekraïne.
Eurostat meldt dat de inflatie in de hele eurozone in april is gestegen naar 7,5 procent. Dat is een nieuw record. "De groei van de economie zal daardoor vertragen", aldus het Europese statistische bureau.
Gas nog altijd zes keer duurder
De energieprijzen lagen in april weliswaar lager dan in maart, maar zijn nog altijd veel hoger dan een jaar geleden. Ruwe olie is ongeveer 75 procent duurder dan een jaar geleden en gas is zes keer zo duur.
Ook werden de gevolgen van de hogere olieprijzen in april enigszins gedempt door de accijnsverlaging op brandstof. Op 1 april werd de accijns op benzine verlaagd met 17 cent per liter en voor diesel met 11 cent.
Duurder eten
De hogere energieprijzen zijn nog altijd de voornaamste reden van de relatief sterke inflatie. Voeding wordt ook steeds duurder. In maart stegen de prijzen van voeding met 5,5 procent, in april liep dat op tot 7,2 procent.
Aan de prijsstijgingen in de supermarkten komt voorlopig dan ook geen einde. Voedingsmiddelenconcern Unilever maakte gisteren bekend dat de grondstofkosten blijven oplopen en dat daarom de prijzen dit jaar en de komende jaren verder worden verhoogd.