Dag 40 van lockdown in Shanghai, en 'inmiddels wordt zelfs de stoep gedesinfecteerd'
Carmen Dorlo
redacteur Online
Carmen Dorlo
redacteur Online
"Dag 40 van de coronalockdown. Elke dag is hetzelfde. Mensen in mijn gebouw hebben corona. Ze werden vandaag opgehaald door een bus. Een paar minuten later werd zelfs de stoep waar ze hadden gestaan gedesinfecteerd. Wanneer ik weer naar buiten mag, weet ik niet. Ik probeer positief te blijven."
De Nederlander Niels Taal woont al tien jaar in Shanghai. Hij mag, net als miljoenen anderen, vanwege de coronalockdown niet naar buiten. De situatie is op veel plekken in de stad schrijnend. De NOS sprak twee Nederlanders over de strenge regels.
Taal zit langer dan de rest in lockdown. Op 11 maart werd iemand in zijn buurt positief getest en moest iedereen veertien dagen in quarantaine. "Ik wilde boodschappen halen en beneden was de poort opeens op slot. Zonder iets te zeggen mochten we niet meer naar buiten. Gelukkig kon ik wel nog eten bestellen, omdat de rest van Shanghai nog open was. Dat werd later anders."
Het is elke dag maar de vraag hoe Taal aan eten komt. In de tweede week van de lockdown kregen inwoners wat spullen, zoals rijst, maar daarna was het improviseren. "Eerst heb ik dingen geruild. Ik ben niet zo goed in koken - dus ruilde ik olie en rijst tegen instant noodles. Elke dag kijk ik in apps of iemand een groepsbestelling heeft kunnen regelen."
Zo heeft Taal nog elke dag te eten gehad. "Maar ik kwam een paar keer dicht bij het einde van mijn voorraad. Een kennis heeft toen haar assistente (die een speciale pas heeft) mij eten laten brengen. Nu heb ik in ieder geval iets in mijn diepvries."
Om de dag krijgen inwoners te horen dat ze een coronatest moeten doen. "Dan staan we allemaal dicht op elkaar. Het zou me niet verbazen als dan juist mensen besmet raken. Als je een positieve testuitslag hebt, word je naar een quarantainecentrum gebracht. De mensen hier zijn niet meer bang voor het virus, maar vrezen wel dat centrum."
Video van een opvangcentrum:
Ook stedenbouwkundige en onderzoeker aan de Tongji Universiteit Harry den Hartog, die al meer dan tien jaar in Shanghai woont, heeft verhalen gehoord over de quarantainecentra. Volgens hem zijn die niet allemaal hetzelfde. "Studenten van me zijn naar een andere provincie gebracht. Daar zitten ze in hotels, met een eigen kamer. Ze hebben het daar best goed, maar ik heb ook verhalen gehoord over geen privacy en slechte hygiëne."
Den Hartog woont in een community met 25 andere huishoudens. In zijn buurt is nog geen coronabesmetting geweest, dus de regels zijn iets minder streng. "Ik mag de straat op, maar niet heel ver. Op straat is vrijwel niemand, alleen mensen in coronapakken. Dat creëert een rare sfeer."
Ook al hebben Den Hartog en zijn partner het redelijk goed, maar er is een constante dreiging. "Je bent bang dat je naar zo'n centrum moet."
Toch blijft hij hoopvol. Hij denkt dat de situatie snel weer teruggaat naar hoe het eerder dit jaar was. "Niet dat het toen fijn was - bij een besmetting moest een hele community, winkelcentrum of universiteit op slot met de mensen er nog in - maar het geeft iets meer zuurstof."
Veel Chinezen doen alles voor het land, zegt Taal. "Maar inmiddels zijn mensen heel teleurgesteld in de aanpak. Het is niet meer uit te leggen waarom daarvoor wordt gekozen."
Voor Den Hartog was vooral de ommekeer moeilijk te begrijpen. "Die twee jaar hebben we hier relatief normaal geleefd. Mensen dachten: corona komt hier niet. En dan, als het in de rest van de wereld beter gaat, slaat het hier toe. Die plotselinge verandering blijft moeilijk te begrijpen."