Manchester City vindt één gaatje bij Atlético Madrid en boekt zuinige zege

Manchester City heeft in de kwartfinales van de Champions League in eigen huis met 1-0 gewonnen van Atlético Madrid. Volgende week woensdag is de return in Madrid.

De Engelsen - met Nathan Aké in de basis - lieten er in het eerste bedrijf geen gras over groeien en lieten zich vaak zien voor het doel van Atlético-keeper Jan Oblak. Tot echt grote kansen leidde dat niet. Sterker nog, in de eerste helft was er geen enkel schot op goal te noteren. De ploeg zocht tevergeefs naar een weg om Atletico uit elkaar te spelen, maar er stond trainer Pep Guardiola een flinke taak te wachten in de kleedkamer.

Ook de op de counter loerende ploeg van Diego Simeone kon voor rust de uitbraken op één hand tellen.

Manchester City, dat in Europa al drie en een half jaar geen thuiswedstijd heeft verloren, ging na rust op zoek naar de openingstreffer. Maar aan het begin van de tweede helft leek er nog niet veel veranderd ten opzichte van de eerste helft.

Guardiola greep twintig minuten voor tijd in door Jack Grealish, Phill Foden en Gabriel Jesus het veld in te sturen. Een gouden greep, bleek twee minuten later: een steekpass van Foden was precies op maat voor de vertrokken Kevin de Bruyne die de bal in de verre hoek langs Oblak wist te schuiven.

Maar City kan door de magere overwinning alles behalve op de lauweren gaan rusten. Op 13 april is de terugwedstijd in Madrid, waarbij de ploeg van Simeone zonder twijfel alles uit de kast zal halen om de halve finales van de Champions League te halen.