Van der Poel viert rentree op Vlaamse wegen met tweede zege in Dwars door Vlaanderen
Mathieu van der Poel heeft de 76ste editie van Dwars door Vlaanderen gewonnen. Na 183,7 kilometer klimmen, draaien en dokkeren over kasseitjes van Roeselare naar Waregem klopte hij de Belg Tiesj Benoot in de sprint. Tom Pidcock werd derde.
Tour de France-winnaar Tadej Pogacar, die andere blikvanger vandaag, miste de beslissende slag en moest na een lange achtervolging genoegen nemen met de tiende plek.
Voor Van der Poel is het na 2019 zijn tweede zege in de Vlaamse klassieker. "Ik was vandaag wel goed, maar zeker niet super", zei een opgeluchte Van der Poel na afloop. "Ik hoop goed uit te rusten voor zondag, want dat zal nodig zijn in de Ronde van Vlaanderen."
De twee voorgaande edities werden gewonnen door Nederlanders. In 2019 won Van der Poel in Waregem zijn eerste wedstrijd in de World Tour en na een afgelasting in het coronajaar 2020 was Dylan van Baarle vorig jaar de beste.
Dit keer kwam Van Baarle niet in het stuk voor. Van der Poel wel, en hoe.
Paasschens, zoals gebruikelijk
Zoals gebruikelijk kleurde de fluorescerende gestalte van Matthijs Paasschens de vroege vlucht. De geboren Nederlander, die opgroeide in het Belgische Leuven, meldde zich net als in Nokere Koerse en de E3 Prijs - en in voorgaande jaren in de Ronde van Vlaanderen en drie jaar op rij in Luik-Bastenaken-Luik - in de aanval.
Achter de kopgroep brak Van der Poel halverwege de wedstrijd zelf de koers open. Vlak voor de Hotond sloeg hij een gaatje en dwong onder anderen Pogacar tot een reactie.
Daarna viel het nooit meer stil. Zo lieten neoprof Mick van Dijke en Mike Teunissen - bij afwezigheid van Jumbo-Visma-kopmannen Wout van Aert en Christophe Laporte - zich een paar keer zien met een demarrage.
Valpartij nekt Pogacar
In het peloton bleef het nerveus. Vooral de valpartij aan de voet van Berg Ten Houte bleek er een met grote gevolgen. Pogacar, die iets te ver van achteren reed, werd opgehouden en dat kwam hem duur te staan.
Vooraan ging Tom Pidcock (Ineos) namelijk aan en hij kreeg met ploeggenoot Ben Turner, werelduurrecordhouder Victor Campenaerts, Stefan Küng, Tiesj Benoot en Van der Poel een paar serieuze kleppers mee.
Pogacar moest in de tegenaanval en probeerde vanaf de top van de Kanarieberg het gat in zijn eentje te dichten. De Sloveen kwam tot op een seconde of acht, maar de groep met favorieten gaf hem niets cadeau en reed seconde voor seconde weg. En dus restte Pogacar niets anders dan zijn chasse patate op te geven.
"In het eerste uur voelde ik al: dit gaat chaotisch worden", lachte de Sloveen besmuikt na afloop. "Vervolgens zat ik niet zo goed in positie, waardoor ik achter die valpartij kwam. Zo miste ik de kopgroep. Ik probeerde wel terug te komen, maar ze gingen te hard. Daarna probeerden we het opnieuw en opnieuw. Maar het was een mooie koers."
Met het oog op de Ronde van Vlaanderen oefende hij dus nog maar wat op de Vlaamse kasseien. De overtuigende wijze waarop hij dat deed, belooft veel voor zondag. "Of ik de Ronde kan winnen? Dat weet ik niet? Vandaag zat ik niet bij de voorsten."
Intussen snelde de kopgroep niet met zes, maar acht renners richting de finish. Nils Politt (tweede in Parijs-Roubaix van 2019) en voormalig baanwielrenner Kelland O'Brien (derde op de olympische ploegenachtervolging in Tokio) hielden vanuit de vroege vlucht namelijk knap stand in de voorste groep.
Vuurwerk in de finale
In de laatste kilometers zorgden vooral Benoot, Campenaerts en Pidcock voor vuurwerk. Campenaerts reed twee keer weg op een enorm verzet, maar werd door Pidcock gecounterd. Toen Benoot en Campenaerts de handen ineensloegen, moest Van der Poel zelf alle zeilen bijzetten om het gat te dichten.
In de laatste twee kilometer sprong Van der Poel zelf naar het wiel van de gedemarreerde Benoot. Uiteindelijk hoefde de Nederlander niet eens echt te sprinten voor de overwinning.