CPB: in Nederland dragen niet de sterkste schouders de zwaarste lasten
De allerrijkste Nederlanders betalen een stuk minder belasting dan tot nog toe was aangenomen. Uit nieuwe berekeningen van het Centraal Planbureau (CPB) in samenwerking met het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), blijkt dat de rijkste 0,01 procent van Nederland 21 procent van het inkomen kwijt is aan belasting, terwijl dat bij middeninkomens en hoge inkomens 40 procent is.
Het CPB laat zien dat vanaf de rijkste 10 procent de belastingdruk afneemt. De belasting en premiedruk van de hoogste 1 procent inkomens is zelfs "veel lager" dan voor de overige inkomens.
Het Nederlandse belastingstelsel leidt niet tot grote herverdeling, zegt het CPB, en is minder progressief dan gedacht, al werken de overheidsuitgaven aan de lagere inkomens in de vorm van toeslagen en heffingskortingen wel nivellerend.
De laagste inkomens betalen 55 procent van hun inkomen aan belasting. Dat lijkt hoog, maar zij worden gecompenseerd door de overheid via uitkeringen, toeslagen en heffingskortingen. Daardoor is het moeilijk te vergelijken met wat midden- en hoge inkomens aan belasting betalen.
Bij midden- en hogere inkomens is dat wel duidelijk. Zij betalen gemiddeld 40 procent van hun inkomen aan belasting. Voor de rijkste 10 procent gaat het om 36 procent.
Heel ander plaatje
"De sterkste schouders dragen dus niet de zwaarste lasten", zegt Arjan Lejour, hoofdonderzoeker bij het CPB. "Hoe meer je verdient, hoe meer belasting je kan afstaan. Dat is nivellerend bedoeld."
Dit onderzoek concludeert dat dat bij belasting op arbeid inderdaad zo werkt. De laagste inkomens betalen door heffingskortingen geen belasting op arbeid, de hogere inkomens leveren juist een ruim deel van hun verdiensten in. Maar wat niet wordt meegenomen zijn indirecte belastingen en inkomens uit andere zaken dan arbeid, zoals vermogen. Als je dat allemaal bij elkaar optelt, ontstaat er een heel ander plaatje, zegt Lejour.
Als je inkomen uit vermogen meeneemt, zouden hogere huishoudens in theorie meer belasting aankunnen.
Lage inkomens zijn bijvoorbeeld relatief meer kwijt aan indirecte belastingen als accijns en btw. Lejour: "Dat komt omdat je een soort minimum hebt aan wat je uitgeeft aan leven, denk aan boodschappen en benzine. Als je meer verdient, wordt het deel dat je uitgeeft aan consumptie steeds kleiner. Dat betekent dat je relatief gezien minder btw gaat betalen."
Ook inkomsten uit vermogen, zoals beleggingen, het verhuren van een huis of het oppotten van bedrijfswinsten, werden voorheen niet als inkomen meegenomen.
Relatief grote vermogensongelijkheid
Lejour: "Inkomen uit vermogen registreren we niet als inkomen en zo wordt het ook niet belast." Het CPB stelt daarom de vraag of wat we traditioneel gezien onder 'inkomen' scharen niet toe is aan vernieuwing. "Ook omdat we op basis van het traditionele begrip inkomen de draagkracht berekenen, dus hoeveel iemand aankan qua belastingen. Als je inkomen uit vermogen meeneemt in de draagkrachtberekeningen, zouden hogere huishoudens in theorie meer belasting aankunnen."
De hoogste inkomens krijgen dus volgens het CPB veel meer inkomen dan gedacht. In het rapport staat dat de Nederlandse inkomensongelijkheid vergeleken met de rest van de wereld relatief laag en stabiel is. Maar de vermogensongelijkheid is internationaal gezien juist relatief groot.
Ingewikkeld belastingsysteem
Meer herverdeling via inkomstenbelastingen is volgens de onderzoeker moeilijk uitvoerbaar. Lejour: "Het belastingsysteem is al ingewikkeld, en heffingskortingen op lage inkomens hebben het nog ingewikkelder gemaakt. Daarbij kan je volgens het huidige stelsel al bijna niet meer herverdelen. Een jaarinkomen tot 20.000 euro betaalt al bijna geen belasting meer."
Maar hoe dan wel? "Daar gaat onze studie niet over, en daarbij is dat een politieke vraag", zegt Lejour. Toch geeft de onderzoeker voorzichtig een optie: "In het verleden hebben we dit opgelost met toeslagen, maar alhoewel dit wel een nivellerend effect heeft, blijkt dat het toeslagensysteem ook veel te ingewikkeld is. Een oplossing zou kunnen zijn om het minimumloon te verhogen: als dat hoger wordt, heb je minder herverdeling nodig. Maar dat is aan de politiek."
Staatssecretaris Van Rij van Financiën zegt in een reactie "te herkennen" dat de manier waarop belasting wordt geheven op sparen en beleggen in het voordeel werkt van hogere inkomens. Hij maakt zich vooral zorgen over middeninkomens: "Dat is echt een groep die geen profijt heeft van toeslagen en heffingskortingen, en die het gewoon zwaar heeft."