Rapport: ronduit slecht gesteld met natuur, Nederlands beleid schiet tekort
De staat van de Nederlandse natuur is "ronduit slecht". Het beleid om de natuurkwaliteit te verbeteren schiet op veel punten tekort. Doelen waar Nederland zich aan gecommitteerd heeft, zoals overal schoon oppervlakte- en grondwater in 2027, worden daarom waarschijnlijk niet gehaald. Die harde conclusies trekt de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli) in een rapport dat is aangeboden aan minister Van der Wal voor Natuur en Stikstof.
Volgens de raad heeft de gebrekkige kwaliteit van de Nederlandse natuur verschillende oorzaken. Allereerst is de definitie die van natuur gehanteerd wordt, te beperkt. De overheid richt zich volgens het rapport te veel op beschermde natuurgebieden, zonder te beseffen dat die onderdeel uitmaken van grotere ecosystemen. "Veel dieren gebruiken immers omliggende gebieden om voedsel te vinden, of doorkruisen die gebieden op trektocht naar de plekken waar ze overwinteren."
De raad adviseert daarom een veel "inclusiever" natuurbeleid. "Voor een grootschalig herstel van de biodiversiteit is het essentieel dat het natuurbeleid wordt verbreed. Het beleid zal zich moeten richten op ál het groen in ons land, dus zowel op de natuur in beschermde gebieden als daarbuiten", stellen de onderzoekers.
Natuur op loopafstand
Specifiek moet de directe woonomgeving veel groener worden. Niet alleen omdat dat goed is voor de biodiversiteit, maar ook "vanwege het belang van een groene leefomgeving voor de gezondheid en het welbevinden van mensen." Voor alle burgers moeten er op fiets- of loopafstand natuurgebieden zijn.
Dat de kwaliteit van de natuur zo heeft kunnen aftakelen komt volgens de raad door "collectief geheugenverlies". Sluipenderwijs zijn er door de jaren heen heel veel planten- en diersoorten verdwenen uit Nederland: "We weten niet wat we missen, omdat we het zelf amper hebben gekend. We kunnen ons nauwelijks een voorstelling maken van de natuurlijke rijkdom die nog maar kort achter ons ligt."
Daarom wordt natuur in de politiek vaak gezien als kostenpost en "als een deelbelang dat economische groei hindert". In de besluitvorming moet het belang van natuur nadrukkelijker worden meegewogen. Ook moeten financiële prikkels zoals een stikstofheffing ervoor zorgen dat schade toebrengen aan de natuur economisch niet loont.
Eén aanpak voor alle vraagstukken
De raad concludeert ook dat het natuurbeleid te weinig verbonden wordt met andere vraagstukken, zoals woningbouw, energietransitie en verduurzaming van de landbouw. Een aanpak waarbij in gebieden al die problemen tegelijk worden opgelost, stuit vaak op problemen omdat er voor alle vraagstukken aparte potjes zijn waarvan de budgetten niet kunnen worden samengevoegd.
Wat de raad betreft komt er dan ook per regio een gebiedsgerichte aanpak waarin al die vraagstukken in één plan worden meegenomen. Daarvoor moeten overheden op alle niveaus - van rijk tot gemeente en waterschappen - samenwerken en ook private partijen zoals de bouwsector betrekken.