Yesilgöz: geen hoofddoek of keppel voor boa's tijdens hun werk
De uniformen van boa's (buitengewoon opsporingsambtenaren) moeten aan dezelfde neutraliteitseisen voldoen als die van politiemensen. Dat schrijft minister Yesilgöz van Justitie en Veiligheid aan de Tweede Kamer.
Het gaat om functies waarbij de overheid zich in de samenleving "manifesteert met behulp van de sterke arm en gebruik maakt van dwangmiddelen", zegt Yesilgöz. Voor de politie geldt dat die gezag, neutraliteit en veiligheid moet uitstralen. Dat geldt ook voor boa's, vindt Yesilgöz.
De minister kreeg opdracht van de Tweede Kamer de uniformen neutraal te houden en dat landelijk te regelen. Aanleiding waren besluiten van gemeenteraden in verschillende steden, zoals Utrecht, Amsterdam, Rotterdam en Arnhem.
Neutraliteit staat voorop
Daar hebben de gemeenteraden in meerderheid besloten dat boa's wel een hoofddoek, keppeltje of andere religieuze of niet-neutrale kleding mogen dragen. Gemeenten zijn formeel de werkgever van boa's, dus Yesilgöz moet met hen in overleg om tot een richtlijn komen.
Zij heeft inmiddels met verschillende burgemeesters gesproken. De uitkomst daarvan is dat de neutraliteit van de uniformen niet ter discussie staat. Yesilgöz: "Ik acht het van groot belang dat de richtlijn qua vorm en inhoud aansluit bij het uitgangspunt voor het politie-uniform, waarbij de neutraliteit voorop staat."
Hoe de richtlijn eruit komt te zien maakt de minister dit voorjaar bekend.