Ook Utrecht biedt excuses aan voor slavernijverleden: 'Laat dit een voorbeeld zijn'
Burgemeester Dijksma van Utrecht heeft vanochtend namens het college van burgemeester en wethouders haar excuses aangeboden voor het aandeel van het Utrechtse stadsbestuur in het slavernijverleden. Vorig jaar bleek uit onderzoek dat verschillende lagen van de Utrechtse bevolking hebben aangezet tot, geïnvesteerd in en geld verdiend aan slavernij in Amerika, Afrika en Azië.
"Erkenning van dit akelige hoofdstuk maakt dat wij lessen kunnen trekken voor de toekomst. Bovendien laten we nazaten van slachtoffers zien dat wij onze geschiedenis niet vergeten, maar juist het gesprek aangaan over het slavernijverleden en de gevolgen hiervan. Laat dit een voorbeeld zijn voor het kabinet om op landelijk niveau excuses te maken, want dit is breder dan Utrecht alleen", zei Dijksma op een speciale bijeenkomst in de Janskerk.
De excuses in video:
Het onderzoek naar de Utrechtse slavernijgeschiedenis werd uitgevoerd in opdracht van de gemeente. De onderzoekers stellen dat de betrokkenheid van Utrecht bij de slavenhandel lang onzichtbaar is gebleven. Bestuurders en handelslieden konden in relatieve anonimiteit profiteren van de slavernij door te investeren in beleggingsfondsen en andere, toen nieuwe financiële producten.
Excuses Rotterdam en Amsterdam
Utrecht speelde vooral een rol via het provinciale bestuur (de Staten van Utrecht) dat betrokken was bij de oprichting van de Utrechtse Compagnie in 1721. Het stadsbestuur stimuleerde de oprichting van de compagnie die investeerde in plantages in Suriname en de suikerhandel.
Slavernij en koloniale exploitatie waren ook van groot belang voor de Utrechtse werkgelegenheid. Tot 1795 vonden 2800 Utrechters werk bij de VOC. De onderzoekers schatten dat om die reden jaarlijks bijna dertig mannen uit Utrecht naar Azië afreisden.
De afgelopen tijd hebben meerdere steden al excuses gemaakt voor hun slavernijverleden. Rotterdam deed dat eind vorig jaar en Amsterdam vorig jaar zomer.
In deze video legt NOS op 3 meer uit over het verleden en de discussie over de excuses: