Curlingvrouwen bezorgen Groot-Brittannië eerste gouden medaille in Peking
De Britse curlingvrouwen zijn op de slotdag in Peking olympisch kampioen geworden. Groot-Brittannië klopte Japan in de finale met ruime cijfers: 10-3. Het betekende het eerste Britse goud op deze Winterspelen.
Het was ook het eerste Britse curlinggoud sinds 2002, toen de vrouwenploeg in Salt Lake City onder leiding van skip Rhona Martin de olympische titel veroverde. Bij de mannen, die zaterdag de finale hadden verloren van Zweden, dateert het laatste curlinggoud van 1924.
In Peking maakten de nummers acht en zeven van de wereld, die zich kwalificeerden op het OKT in Leeuwarden, er een eentonig duel van. De Britse ploeg, met skip Eve Muirhead, controleerde de finale en pakte in het eerste end de voorsprong: 2-0.
Grote slag van vier punten
Muirhead, die sinds 2010 de skip is en de Britse ploeg in 2014 naar olympisch brons leidde, sloeg in het zevende end toe. Japan ging met zijn slotsteen in de fout, waarna Groot-Brittannië met vier punten Japan de nekslag toebracht.
Na het negende end was de ploeg niet meer te achterhalen en waren er de felicitaties van Japan.
Vier jaar geleden bij de Spelen van Pyeongchang versloeg die ploeg, met skip Satsuki Fujisawa, de Britten nog in de strijd om het brons.
Brons voor Zweden
Zaterdag hadden de Zweedse curlingvrouwen al brons gepakt. De vier, in 2018 samen nog goed voor goud, waren met 9-7 te sterk voor wereldkampioen Zwitserland. Zweden maakte het verschil in het zesde end. Het profiteerde van zwakke stenen van Alina Pätz en liep uit van 3-2 naar 6-2.
De Zwitserse leek haar fouten een end later goed te maken. Met een mooie voorlaatste steen positioneerde ze drie Zwitserse stenen dicht bij de dolly, maar door weer een zwakke laatste steen liep ze 'slechts' twee punten in.
Doordat Zweden daarna verder uitliep, waren de drie punten in het negende end voor de Zwitsers weinig meer waard.
De mannen van Zweden waren in Peking olympisch kampioen geworden. In de finale op zaterdag waren ze na elf ends met 5-4 te sterk voor Groot-Brittannië. Het Britse team trad net als de vrouwen met vier Schotse spelers aan. In 2021 speelden zij namens Schotland in de WK-finale ook al tegen Zweden. De Scandinaviërs wonnen toen met 10-5.
Op het EK van 2021 waren de rollen omgedraaid: de Schotten gingen dankzij een 8-5 zege met het goud aan de haal. In de olympische finale begon Zweden voortvarend. In het tweede end pakte het twee punten en in het derde end voegden de Zweden, hoewel Groot-Brittannië het voordeel had van de laatste steen, een derde punt aan hun totaal toe.
Na de Britse 3-2 speelden de Zweden voor het behoud van de hammer (het voordeel van de laatste steen), maar dat leverde uiteindelijk een punt voor de Britten op. Zij hielden met vijf guards de Zweedse slotsteen buiten het huis.
Extra end nodig
Nadat beide landen nog een punt hadden gepakt, bleek een extra end nodig. Daarin mocht Zweden de laatste steen spelen, maar dat was door een misser van skip Bruce Mouat niet eens nodig. Zweden pakte, na het zilver van 1924 en 2018, voor het eerst olympisch goud bij het curling voor heren.
Groot-Brittannië veroverde de titel al in 1924 (daarna stond curling tot 1998 niet meer op het programma) en won zilver in 2014.