Abortuspil via huisarts verlaagt drempel: 'Maar het blijft een stevige ingreep'
Wie ongewenst zwanger is en een abortuspil wil nemen, moet daarvoor nu naar een abortuskliniek. De Tweede Kamer besprak vandaag een initiatiefwet van GroenLinks, PvdA, VVD en D66 die het ook voor huisartsen mogelijk maakt om de abortuspil te verstrekken. De partijen willen de mogelijkheden om zo'n pil te verkrijgen vergroten. Er tekent zich een Kamermeerderheid voor het plan af.
"Een voordeel is dat vrouwen straks meer keuze krijgen. Ze kunnen nog steeds bij een kliniek terecht, maar ook bij hun eigen huisarts", zegt Ellen Giepmans, directeur van het FIOM, een stichting die gespecialiseerd is in ongewenste zwangerschappen en afstammingsvragen. "Meer dan de helft van de onbedoeld zwangere vrouwen meldt zich al bij de huisarts op het moment dat zij de zwangerschap ontdekken, dus die lijn ligt er al."
Het is volgens Giepmans niet te zeggen hoeveel huisartsen de behandeling zouden willen aanbieden. "Dat is de grote vraag. Gemiddeld krijgen huisartsen 1 tot 5 keer per jaar te maken met ongewenste zwangerschap."
Jaarlijks wordt in Nederland 30.000 keer een abortus gedaan. In 31 procent van de gevallen krijgen vrouwen de abortuspil. Met die pil kunnen ze een zwangerschap binnen negen weken afbreken. Het gaat dan om pillen die op verschillende dagen worden ingenomen, waarna een miskraam volgt.
Dat vrouwen meer mogelijkheden krijgen voor een abortuspil, betekent volgens Giepmans niet dat er lichtzinnig over moet worden gedacht. "Het klinkt eenvoudig, maar het is wel een stevige ingreep. Dat geldt nog steeds als de huisarts de middelen verstrekt. De behandeling gebeurt zorgvuldig en weloverwogen. Het verschilt per vrouw hoe ze de behandeling beleeft."
Het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG) staat open voor het plan van de initiatiefnemers om de abortuspil door de huisarts te laten voorschrijven. Voorwaarde vanuit de beroepsgroep is wel dat huisartsen zelf mogen beslissen of ze de abortuspil in hun praktijk gaan verstrekken.
"Op grond van bijvoorbeeld praktische bezwaren of werkdruk kunnen ze hiervan afzien. In de wet is die ruimte er ook, dus juridisch zijn daar geen zorgen over", zegt een woordvoerder van NHG. "Huisartsen zijn gewend samen te werken. Als in een groepspraktijk van drie of vier huisartsen maar één arts meewerkt, dan is dat voldoende."
Nieuwe rol voor de huisarts
Het Nederlands Genootschap van Abortusartsen (NGvA) kijkt "positief kritisch" naar de nieuwe rol van de huisarts, zegt voorzitter Monique Opheij.
"Hoeveel huisartsen deze hulp zullen gaan verlenen, weten wij niet. Voor ons is van belang dat de kwaliteit leidend is, mochten huisartsen ook deze abortushulpverlening gaan verlenen. Maar een van onze zorgen is: hoe weet een vrouw straks of haar huisarts openstaat voor abortushulpverlening? In ons geval kan je zeggen: wij staan hier op voorhand neutraal in, want dit is ons dagelijks werk. In onze praktijk zien wij helaas ook dat huisartsen een proces soms verstoren of vertragen."
Het is volgens Opheij lastig te zeggen of de drempel daadwerkelijk wordt verlaagd. "Voor een deel van de vrouwen wel. Zij kunnen goed bij hun huisarts terecht. Maar een deel voelt zich prettiger in de kliniek, omdat wij jarenlange ervaring en deskundigheid hebben."
Opheij: "Wij weten nog niet hoe de scholing van huisartsen eruit komt te zien. Het is goed om te weten dat een huisarts waarschijnlijk slechts enkele keren per jaar iemand zal zien met de wens een zwangerschap af te breken. Je kunt je afvragen hoe de kwaliteit bij de huisarts geborgd blijft."