Minder incidenten, meer inhoud: komt er echt een nieuwe bestuurscultuur?
Barbara Terlingen
redacteur Politiek
Barbara Terlingen
redacteur Politiek
Minder achterkamertjes, geen wekelijks coalitieoverleg, meer ruimte voor de Tweede Kamer. Het nieuwe kabinet belooft het anders te gaan doen. Maar in hoeverre staan de bewindslieden open voor ideeën van de Tweede Kamer? Komt er echt een nieuwe bestuurscultuur of zijn het vooral goede voornemens? Morgen debatteert het nieuwe kabinet met de Kamer over zijn plannen, het eerste moment dat hiervan misschien iets is te zien.
Bij de coalitiepartijen hoor je dat ze dat nieuwe elan echt willen waarmaken. Maar vraag het aan een oppositiepartij en je hoort ook sceptische geluiden. En bij mensen in het land hoor je veel twijfel. Door meer op inhoud te focussen en minder op beeldvorming kan de Kamer zelf veel bijdragen aan nieuw elan, zeggen deskundigen en Kamerleden.
Vooral door scherper prioriteiten te stellen valt veel te winnen, denkt Simon Otjes, politiek wetenschapper bij de Universiteit Leiden. Hij ziet het populisme toenemen in het parlement: volgens hem gaat het meer en meer om brandjes en incidenten, terwijl parlementariërs zich net als in Denemarken en Duitsland juist meer op wetgeving kunnen focussen.
Ruben van Twillert werkte voor een Kamerfractie. Hij is nu overheidsadviseur en ziet hetzelfde. "Met een tweet, filmpje of optreden in een tv-programma bereik je in ons medialandschap snel de publiciteit. Daarmee raakt de inhoud soms ondergesneeuwd." Hij ziet een vicieuze cirkel die de Kamer zelf moet doorbreken.
GroenLinks-Kamerlid Bromet en D66-Kamerlid Sneller vinden dat de media daar ook een taak in hebben, door minder de waan van de dag te belichten en vaker voor de inhoud te kiezen. Laura Bromet: "Ja, dat betekent misschien vaker een inhoudelijk debat met experts in kleine zalen volgen."
Het toenemen van 'incidentenpolitiek' valt ook af te leiden uit het het flink toegenomen aantal moties. Met dit instrument kunnen Kamerleden voorstellen doen of beleid bijsturen, maar het middel heeft ook publicitair effect. Kamerleden hadden zich al voorgenomen dat het wel wat minder kon, maar het afgelopen jaar (met een demissionair kabinet) waren er toch bijna net zo veel moties als het jaar ervoor: 4303 tegen 4328 in 2020. Ter vergelijking: in 2017 waren het er 2475.
Hier ligt volgens Van Twillert echt een taak voor de Kamer. Politiek is er om problemen op te lossen, niet om steeds met moties te komen, stelt hij. "Niet elk geluid dat je laat horen of besluit dat je neemt hoeft in het straatje van je eigen achterban te passen. En eerlijk uitleggen dat er moeilijke keuzes zijn is de essentie van het vak van volksvertegenwoordiger."
Twitter en talkshows
Kamerleden zeggen de kritiek op de incidentenpolitiek wel te begrijpen, maar vinden het niet altijd te voorkomen. Natuurlijk moeten we ook naar onszelf kijken, zegt CDA-Kamerlid Inge van Dijk. "Nieuwe bestuurscultuur is niet alleen een taak voor het kabinet". Maar op de inhoud focussen en je politiek willen profileren ziet ze wel als een spagaat. "Ook voor onze fractie wordt het een zoektocht naar een goede balans."
Daarbij hoeven Kamerleden echt niet van Twitter af of de talkshows te mijden, zegt D66-Kamerlid Joost Sneller. Volgens hem kunnen die middelen buiten de debatten om juist ook helpen: talkshows bijvoorbeeld kunnen ingewikkelde problemen voor een groot publiek toegankelijk maken. En met Twitter bereik je ook mensen die je op die manier iets van een debat kunt meegeven.
SP-Kamerlid Renske Leijten ziet wel een groot probleem voor Kamerleden die zich meer op de inhoud willen focussen. Volgens haar is het soms moeilijk om als Kamerlid aan goede informatie te komen. Bij de toeslagenaffaire is dat vreselijk misgegaan, toch is het volgens haar niet alleen maar een doofpotcultuur of onwil.
Ambtenaren begrijpen soms niet welke informatie voor het parlement van belang is, ziet Leijten. "Als er iets moet veranderen om de nieuwe bestuurscultuur te laten slagen moet die informatie-uitwisseling veel beter." Alleen zo, denkt ze, krijgt het parlement een sterkere functie en zijn er misschien ook wel minder incidenten.
Versplintering
In de Tweede Kamer zijn nu 19 fracties. De versplintering is groter dan ooit en samenwerking tussen partijen is volgens de deskundigen essentieel. En ook nodig voor de coalitie, die in de Eerste Kamer geen meerderheid heeft.
Een recordaantal fracties is volgens Otjes trouwens niet alleen maar nadelig. "Er zit ook een groot voordeel aan. Bij zoveel fracties zullen meer kiezers zich in een parlement herkennen". Ook kleine partijen - buiten een coalitie - kunnen toch invloed hebben, ziet hij. Als voorbeeld noemt hij de Partij voor de Dieren. Onder invloed van deze partij zijn middenpartijen als het gaat over dierenwelzijn en het klimaat opgeschoven in hun standpunten."
"Maar of ze nu van een grote of kleine partij zijn", zegt Van Twillert, "Kamerleden staan voor een heel belangrijke taak. Met uitdagingen op het gebied van woningbouw, stikstof, klimaat, de toekomst van zorg en openbaar bestuur liggen er grote thema' s te wachten."
Hij maakt zich zorgen of 'Den Haag' zelf wel in staat is de politieke cultuur te veranderen. Wat in elk geval kan helpen? "Dat het een saaiere plek wordt, met met meer inhoud."