Schaatsbond wijst vier meereizende reserves aan voor Winterspelen in Peking
De KNSB heeft vier langebaanschaatsers aangewezen als reserve voor de Olympische Winterspelen. Dai Dai N'tab, Melissa Wijfje, Merel Conijn en Beau Snellink reizen mee naar Peking om eventuele corona- of blessuregevallen op te vangen.
"We hebben gekeken naar wat de mogelijkheden zijn om mensen in te schuiven in de equipe en die dan ook daadwerkelijk een kans maken", zegt technisch directeur Remy de Wit. De schaatsbond wil met de reserves snel kunnen inspelen op eventuele tegenslag binnen de selectie.
Volgens de regels van het IOC mogen er tot 4 februari (vrouwen) of 5 februari (mannen) vervangers worden ingezet. Meldt zich na die datum een rijder af, dan moet op die afstand binnen de selectie van achttien een oplossing worden gezocht.
De Wit: "De reserves mogen in principe gewoon blijven daarna, ook al is de deadline 4 of 5 februari. We laten dat open. Het zijn goede trainingspartners, dus ook echt een meerwaarde voor de complete TeamNL-setting. Dat gaan we daar ter plekke bekijken."
Testen, testen, testen
Precies twee weken voordat het grootste deel van de ploeg naar Peking vliegt (26 januari), worden alle schaatsers getest op het coronavirus. Een week voor vertrek gebeurt dat nogmaals en in de laatste dagen voor de reis heel frequent.
Vanaf 21 januari moeten de reserves deelnemen aan het protocol van NOC*NSF. Het viertal reist op 26 januari samen met de ploeg mee naar China, zit in hetzelfde hotel en traint gewoon op dezelfde tijd als de olympische ploeg.
Doekje voor het bloeden
Met name voor N'tab is het een doekje voor het bloeden. De sprinter werd tweede op de 500 meter bij het olympisch kwalificatietoernooi, maar viel buiten de boot omdat de selectiecommissie Sven Kramer en Marcel Bosker aanwees voor de ploegenachtervolging.
"Ik heb er een dubbel gevoel bij, ik was er liever in een andere rol heen gegaan", zegt N'tab. "Maar je weet nooit wat er gebeurt. En als ik de jongens kan steunen om hard te schaatsen in Peking dan doe ik dat."
Toch heeft hij ook getwijfeld om met de ploeg af te reizen naar Peking. "Het is niet echt mijn hobby om als reserve mee te gaan. Maar ik zou mezelf voor mijn kop slaan op het moment dat ik er niet ben en iemand raakt geblesseerd of ik moet invallen voor een coronageval."
Gedoe om matrix
Tijdens het kwalificatietoernooi was er veel te doen om de zogenoemde matrix, die de bond gebruikte om te bepalen wie er mee zou gaan naar Peking. "Ik weet niet of er per definitie heel veel om te doen was", betwijfelt De Wit. "We hebben wel wat uitgelegd in verband met de communicatie naar een aantal rijders."
Naast N'tab voelde ook Patrick Roest zich heel erg benadeeld. Begrijpt De Wit die boosheid? "Vanuit de sporters in sommige opzichten wel. Aan de andere kant is dat ook wel eens lastig, want we hebben ook een formele rol met elkaar. Ik ben er nog steeds van overtuigd dat we die stappen heel goed gemaakt hebben."