Zacht winterweer schudt muggen, vlinders en hooikoortspatiënten wakker
Muggen, hooikoorts, vlinders: we brengen ze in verband met het voorjaar, pollen en warme zomers. Toch wordt er nu al volop melding van gemaakt. De oorzaak laat zich raden: het zachte weer van de afgelopen periode, met het ene gesneuvelde warmterecord na het andere.
Op de landelijke Muggenradar wordt in met name het westelijke deel van Nederland overlast gemeld door muggen. "Dat geeft wel wat aan", zegt bioloog Arnold van Vliet van Wageningen University, die betrokken is bij de Muggenradar. "Je verwacht op 3 januari geen overlast. Dat mensen dat nu uit zichzelf melden, is veelzeggend."
Mogelijk gaat het hier om de geringde wintersteekmug, een vrij forse mug die - de naam zegt het al - actief kan blijven in de winter. "Als het te koud is vliegt de wintersteekmug niet, want het is een koudbloedig beest", zegt Van Vliet. "Maar als de omstandigheden gunstig zijn, gaan ze op zoek naar bloed."
Ook vorige winter veroorzaakten muggen overigens overlast. Na een oproep van Wageningen University werden toen bijna 6000 doodgeslagen muggen opgestuurd voor onderzoek. In meer dan de helft van de gevallen bleek het om de wintersteekmug te gaan, 44 procent van de opgestuurde muggen was de huissteekmug.
Kruipruimtes
Vermoedelijk gaan we een van de varianten van die huissteekmug in de winter steeds vaker zien, zegt Van Vliet. Die zogeheten 'molestus-variant' gaat in de winter niet in rust, zoals de 'gewone' huissteekmug. In plaats daarvan houdt het beestje zich op in ondergrondse broedplaatsen, zoals kruipruimtes waar een beetje water in staat.
"Onze aanname is dat we steeds meer van die molestus-muggen krijgen in Nederland, ook in de winter, vanwege de stijgende temperaturen." Maar studies daarnaar lopen nog. In ieder geval is bekend dat de molestus-variant vaker voorkomt in steden dan in minder dichtbevolkte gebieden. Dat kan verklaren waardoor volgens de Muggenradar nu relatief veel muggen in de Randstad worden gemeld.
Van Vliet is ook betrokken bij een ander onderzoek waarin zachte winters een hoofdrol spelen: een grote landelijke studie naar het effect van klimaatverandering op hooikoorts. Het onderzoek, waarvoor Wageningen University samenwerkt met onder meer het Leids Universitair Medisch Centrum, het Elkerliek Ziekenhuis in Helmond en de Universiteit Twente, is op 1 januari begonnen en richt zich op de trend dat het hooikoortsseizoen steeds vroeger in het jaar begint.
De eerste hazelaars en elzen staan al in bloei, dus kunnen hooikoortspatiënten nu al last hebben van pollen in de lucht:
"Dit jaar gaat het heel rap", zegt bioloog Van Vliet. "En mensen verwachten dat niet, net als met de muggen. Maar waar je bij een jeukende bult wel weet dat het gaat om een muggenbult, is dat bij hooikoorts ingewikkelder. Je denkt nu misschien eerder aan een verkoudheid, of aan corona. Maar als je negatief bent getest, kan het dus ook hooikoorts zijn."
Volgens Van Vliet wordt het vervolg van de winter wel spannend. "Hebben planten en dieren die normaal in winterrust gaan nu een extra prikkel gekregen? En wat doen zij als het weer koud wordt?"
Ontwaakte vlinders
Naar dat laatste is ook Kars Veling benieuwd, ecoloog bij de Vlinderstichting. Die stichting maakte vandaag bekend dat sommige vlinders al uit hun winterslaap zijn ontwaakt door de hoge temperaturen van de afgelopen tijd. Normaal gesproken gebeurt dat pas in maart.
"Er zijn op nieuwjaarsdag enkele tientallen vlinders waargenomen en dat is voor die dag heel bijzonder", zegt Veling. "Ze zijn een paar maanden te vroeg. Dat gebeurt wel vaker, maar dit jaar was het wel heel extreem."
Op 1 januari werden onder meer citroenvlinders, dagpauwogen en atalanta's gesignaleerd:
"Ik ben blij dat het niet ook nog zonnig was, want dan waren er wel duizenden vlinders ontwaakt", denkt Veling. "Dat is leuk voor de mensen, maar niet voor de vlinders. Het kost ze heel veel energie, die ze nog hard nodig hebben in het voorjaar."
Volgens de ecoloog gaan de actief geworden vlinders bij kou 'gewoon' weer in winterslaap. Maar zo'n wisseling tussen zacht en koud winterweer moet niet te vaak voorkomen, zegt hij. "Dan raken de vlinders uitgeput."