Nederlands mannentennis telt weer mee: 'Zou graag weer tegen Djokovic spelen'
Botic van de Zandschulp en Tallon Griekspoor hebben er in 2021 voor gezorgd dat het Nederlandse mannentennis met twee spelers in de tophonderd internationaal weer meetelt. En aan de vooravond van het nieuwe tennisseizoen weten beiden: het grote werk gaat nu beginnen.
"Haal me weg hier, ik wil nooit meer tegen Djokovic spelen." Het zijn in september van wanhoop doordrenkte woorden van Griekspoor. In de catacomben van het immense Arthur Ashe Stadium heeft hij contact met coach Raemon Sluiter na zijn afstraffing tegen de Serviër.
'Tegen Djokovic voelt het alsof je voor het eerst tennist'
Nu, maanden later op een koude decemberdag vlak voor kerst, kijkt Griekspoor heel anders naar de partij die een grote leerschool bleek. "Djokovic laat je voelen alsof je voor het eerst op een tennisbaan staat", zegt hij. Om er direct aan toe te voegen: "Ik zou die wedstrijd heel graag opnieuw willen spelen. Ik denk dat ik er nu veel meer klaar voor zou zijn. Ik heb nu veel meer het geloof dat ik met die jongens mee kan komen."
Het is duidelijk: Griekspoor (25) loopt over van het zelfvertrouwen. En dat is ook niet zo gek na zijn topnajaar met vijf toernooizeges op rij. Griekspoor vestigde bovendien met acht challengertitels in een jaar (op het tweede niveau in het mannentennis) een record.
Wie eveneens met een flinke dosis zelfvertrouwen staat te tennissen is Van de Zandschulp. De 26-jarige Veenendaler beleefde net als Griekspoor in 2021 zijn doorbraak door onder meer vanuit de kwalificaties de kwartfinales van de US Open te halen.
"In New York was mijn spel op z'n best en kwam alles eigenlijk samen", aldus een terugblikkende Van de Zandschulp, die absoluut niet van een toevalstreffer wil spreken.
"Ik had niet het gevoel dat daar ik mijn wedstrijden won omdat ik alles-of-niets speelde. Ik speelde veel lange rally's en ontmantelde spelers. Na het toernooi dacht ik ook: dit niveau kan ik vaker halen", zegt Van de Zandschulp.
De US Open voelde niet als een toevalstreffer. Ik dacht juist: dit niveau kan ik vaker halen.
"Dat niveau heb ik in de rest van het jaar ook een aantal keer gehaald", verwijst hij naar de ATP-toernooien in Sint-Petersburg (halve finales) en Stockholm (kwartfinales), waarmee hij liet zien ook na New York op het hoogste niveau te kunnen presteren.
'Weet nu wat er nodig is tegen Medvedev'
Van de Zandschulp boekte in die fraaie weken in New York zeges op subtoppers zoals Casper Ruud en Diego Schwartzman, maar net zoals bij Griekspoor was zijn verloren duel met een wereldtopper - met latere winnaar Daniil Medvedev - misschien wel de meest waardevolle ervaring.
"Ik won in New York van Ruud en Schwartzman, maar ik weet nu ook wat er nodig is om (ooit, red.) van Medvedev te winnen. Dat is weer van een heel ander niveau", aldus Van de Zandschulp.
Van de Zandschulp (57ste plaats op de wereldranglijst) en Griekspoor (65ste) stegen door hun goede prestaties respectievelijk met 99 en 88 plaatsen op de wereldranglijst.
Dat geeft de twee nu automatisch toegang tot toernooien op het hoogste niveau. Zo openen Van de Zandschulp en Griekspoor volgende week hun tennisseizoen bij het ATP-toernooi in Melbourne.
"We hebben ons aan elkaar opgetrokken", vertelt Griekspoor "Botic heeft mij enorm gemotiveerd met die reeks in New York: als hij het kan, kan ik het ook. Zo zal het andersom ook zijn. Het is denk ik heel goed dat we elkaar hebben. Hopelijk kunnen we elkaar naar een hoger niveau tillen."
En voor Van de Zandschulp geldt naar eigen zeggen hetzelfde. "We zijn nu de beste twee Nederlandse tennissers, dus het is denk ik ook fijn als we met elkaar kunnen trainen en elkaar beter kunnen maken."
Nederlanders op wereldranglijst - mannen
57 | Botic van de Zandschulp |
65 | Tallon Griekspoor |
226 | Jesper de Jong |
230 | Robin Haase |
261 | Tim van Rijthoven |
Met dat 'elkaar beter maken' lijkt het wel goed te zitten. De vonken vliegen er op die decemberdag van af bij Van de Zandschulp en Griekspoor, die elkaar in een oefenpotje het leven zuur maken. Beiden hebben zich flink in het zweet gewerkt, maar ogen fit.
Er wordt scherp getraind en als die scherpte even verslapt, is er nog altijd coach Sluiter die door middel van een plaagstootje de boel weer op scherp zet. De kiezelharde groundstrokes van Van de Zandschulp zijn imponerend, maar minstens zo goed is de onverzettelijkheid die Griekspoor laat zien.
Het zorgt voor een aanstekelijk schouwspel tussen twee gretige spelers die zich klaarstomen voor de volgende stap in hun tennisloopbaan en het Nederlandse tennis iets geven om naar uit te kijken.