Gezondheidsraad: boosterprik voor iedereen boven de 18
De Gezondheidsraad adviseert, zoals minister De Jonge (Volksgezondheid) ook wil, om iedereen boven de 18 jaar een boosterprik te geven. Ouderen moeten die extra vaccinatie het eerst krijgen, staat in het advies aan het kabinet.
Een extra prik tegen het coronavirus is volgens de Gezondheidsraad wenselijk, omdat er tekenen zijn dat de bescherming die de vaccins bieden tegen covid-19 na verloop van tijd afneemt.
Momenteel komt iedereen van 60 jaar of ouder in aanmerking voor een boostervaccinatie. Sinds vorige week worden 80-plussers uitgenodigd om de extra prik te komen halen. Ook 18-plussers die bijvoorbeeld in de zorg werken krijgen de boosterprik aangeboden. Het kabinet zei drie weken geleden al van plan te zijn alle volwassenen op termijn een extra prik aan te bieden. De raad heeft daar nu een advies over gegeven.
"Nu het aantal besmettingen hoog is, neemt ook het risico toe dat gevaccineerden onder de 60 jaar ernstig ziek worden. Een boostervaccinatie kan de bescherming van deze groep verbeteren", schrijft de raad in een persbericht. Daarbij is het belangrijk dat ouderen en bewoners van zorginstellingen als eerste aan de beurt komen.
De Gezondheidsraad adviseert alle boosterprikken te zetten met de vaccins van Pfizer/BioNTech en Moderna, ongeacht welke vaccins mensen bij de eerste inentingsronde hebben gehad. Ook geldt dat er minimaal zes maanden tijd moet zitten tussen de laatste vaccinatie en de boosterprik.
De inenting van Janssen en AstraZeneca bieden een lagere bescherming tegen bijvoorbeeld ziekenhuisopname bij covid-19 dan de vaccins van Pfizer/BioNTech en Moderna. Maar volgens de raad is dat verschil vrij klein. Bovendien kan het onderscheid maken tussen de vaccins volgens het adviesorgaan leiden tot vertraging van de boostercampagne.
"De voordelen van een efficiënte uitvoering wegen op tegen de relatief geringe lagere bescherming van gevaccineerden met het Janssenvaccin of het vaccin van AstraZeneca."
Als laatste ziet de raad geen aanleiding om mensen met een andere medische aandoening voorrang te geven voor een boosterprik. Er zijn geen gegevens die erop wijzen dat de vaccins minder goed werken voor deze groep mensen, schrijft het orgaan. Uitzondering zijn de mensen met een ernstige immuunstoornis. "Zij hebben om die reden al een derde prik gekregen."