'Herindelingen leiden in gemeenten tot lagere opkomst bij verkiezingen'
In fusiegemeenten is de opkomst bij gemeenteraadsverkiezingen en Tweede Kamerverkiezingen blijvend lager dan voor de samenvoeging. Dat meldt het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (COELO).
Als de opkomst eerst rond de 60 procent is, stemt na de fusie vaak minder dan 58 procent van de inwoners. Dat effect is tot minstens vijf gemeenteraadsverkiezingen na de herindeling meetbaar. Ook bij de Tweede Kamerverkiezingen is in heringedeelde gemeenten duidelijk een lagere opkomst zichtbaar.
De verschillen ogen op het eerste gezicht klein, maar volgens Maarten Allers, onderzoeker bij het COELO en hoogleraar aan de Rijksuniversiteit Groningen, legt dit een belangrijk probleem bloot. "De democratie is net zo sterk als de gemeenschap. Als mensen door herindelingen gaan zeggen: 'Het zal allemaal wel, ik ga niet meer stemmen', dan is dat een democratisch probleem."
Minder verbonden
Allers zegt tegen RTV Noord dat er twee belangrijke verklaringen zijn voor het feit dat mensen na herindelingen minder geneigd zijn te gaan stemmen.
Inwoners van fusiegemeenten zijn het vaak oneens met de samenvoeging. Hierdoor hebben ze het gevoel dat ze door Den Haag genegeerd worden. Allers: "Uit nader onderzoek blijkt dat inwoners zich dan minder verbonden voelen met de lokale gemeenschap én dat de sociale cohesie in een heringedeelde gemeente minder sterk is".
Door de fusie neemt de de sociale controle om te gaan stemmen volgens de hoogleraar af.