NOS Nieuws

'Anderhalvemetermaatregel implodeerde al, maar afschaffen is symbolisch belangrijk'

  • Paulus Houthuijs

    redacteur Online

  • Paulus Houthuijs

    redacteur Online

"Terug naar normaal, dat gaat ons uiteindelijk lukken." Demissionair premier Rutte gaf op de coronapersconferentie twee belangrijke streefdata. Als de situatie het toelaat, vervallen op 20 september de anderhalve meter afstand en de mondkapjesplicht. Vanaf 1 november kunnen onder voorbehoud de overige maatregelen van tafel.

Het zal volgens gedragswetenschapper Arie Dijkstra (Rijksuniversiteit Groningen) voor veel mensen aanvoelen als het naderende einde van de coronacrisis - ondanks dat de pandemie nog niet voorbij is. "Want het begon allemaal met die anderhalve meter afstand houden. Dat was de hoofdmaatregel van het 'nieuwe normaal'. Dat maakt het een belangrijk symbool om straks af te schaffen."

Hier zie je de nieuwste routekaart van het kabinet:

Overigens lijkt de anderhalvemeterregel in de praktijk soms al wel geschrapt. Dat ziet Dijkstra om zich heen in winkels, op straat en in het openbaar vervoer. Evenals de Vlaamse viroloog Marc van Ranst over de grens. "Deze regel is geïmplodeerd. Waar sommige mensen vroeger haast religieus die afstand hielden, merk je nu dat iedereen dichter bij elkaar komt."

Risico's

Geen enkele versoepeling is zonder risico, benadrukte Rutte op de persconferentie. Dat geldt dus ook voor het voornemen om, als alles meezit, vanaf 20 september de afstandsregel te schrappen. En om vanaf dan de mondkapjesplicht, die nog geldt in bijvoorbeeld het openbaar vervoer, in te trekken.

"Die combinatie vind ik wel een risico in het ov", zegt Van Ranst. Bij nieuwe treinen en bussen is de ventilatie en airconditioning volgens hem voldoende op orde. Maar voor lange afstanden in oudere bussen zonder voldoende toevoer van frisse lucht, is er een grotere kans op besmetting. Zeker als passagiers straks geen mondkapje hoeven dragen of afstand moeten houden.

Verstandig?

Daar zullen vooral mensen in risicogroepen geen voorstander van zijn, omdat zij meer kans lopen op ernstige ziekte na besmetting. Toch begrijpt de viroloog de afweging van het kabinet. Zolang het eindoordeel maar afhangt van de omstandigheden, zoals ziekenhuisbezetting, besmettingscijfers en vooral de vaccinatiegraad.

Van Ranst: "Je weet niet wat er gaat gebeuren in het najaar, maar er komt een moment dat de politiek zegt: we gaan officieel met deze basisregels ophouden. Of het verstandig is om dat nu al te doen, daar kan je ongelofelijk lang over discussiëren."

Als onduidelijk is hoelang iemand een investering moet doen, dan zakt mensen de moed in de schoenen.

Arie Dijkstra, hoogleraar Sociale Psychologie

De grote vraag is in hoeverre mensen zich nu nog gaan houden aan bijvoorbeeld de anderhalve meter afstand nu het einde daarvan in zicht is. Volgens Dijkstra is de bevolking ruwweg in drie groepen op te delen. Namelijk de mensen die afstand houden allang hebben laten varen, de groep die toch probeert afstand te houden en de mensen die ertussenin zitten.

Voor de eerste twee groepen zal er nu weinig veranderen, volgens de gedragswetenschapper. Zij hebben al een sterke mening gevormd: ze zijn faliekant tegen, of juist voor.

"Maar de tussengroep heeft geen sterke eigen mening", zegt Dijkstra. Deze groep wordt beïnvloed door wat ze horen en zien en daarom verwacht hij dat hier de grootste gedragsverandering staat te gebeuren. Waarbij het volgens hem belangrijk is om te benadrukken dat een mondkapje dragen of afstand houden nog altijd mág.

Positieve boodschap

Onder de streep vindt Dijkstra het vooral een persconferentie met een positieve boodschap. Ondanks alle slagen om de arm vindt hij het als gedragsdeskundige goed dat het kabinet concrete data heeft genoemd voor versoepelingen. "Want als het onduidelijk is hoelang iemand een investering moet doen, dan zakt mensen de moed in de schoenen."

Maar hoe realistisch is het dat komende herfst nagenoeg alle basisregels vervallen? "Die kans lijkt me heel reëel in najaar, zonder er een datum op te plakken", zei Károly Illy, voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde en lid van het OMT, op NPO Radio 1 na afloop van de persconferentie. "Maar tegelijkertijd is het afhankelijk van de bereidheid van Nederlanders om zich te laten vaccineren, dat is cruciaal."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl