Fontijn gaat thuis lachend het vuilnis buiten zetten na brons in Tokio
Boksen tegen Lauren Price is voor Nouchka Fontijn als het afspelen van een langspeelplaat waar een tik in zit. Drie ronden lang klinken vanuit de boksring geluiden dat de Nederlandse als winnaar uit de bus komt. Maar zodra de juryleden het verdict uitspreken, gaat de zege naar de Britse.
Het overkwam de 33-jarige Fontijn tijdens de WK van 2019 in het Russische Oelan-Oede, waar ze als winnares werd uitgeroepen maar de wereldtitel na een protest van Price moest inleveren. De halve finale van de klasse tot 75 kilogram kende in olympisch Tokio een soortgelijk scenario.
Een partij waarin de zege Fontijn welhaast niet leek te kunnen ontgaan, eindigde tot verbazing van velen onbeslist. Omdat de uitslag via 'split decision' tot stand kwam, lag het lot van Fontijn ineens in handen van twee juryleden uit Argentinië en Marokko, die eveneens geen winnaar hadden aangewezen.
Op basis van een puur subjectief oordeel kwamen de kamprechters uit Argentinië en Marokko vervolgens uit op Price als winnares.
Lullige toernooitjes
Fontijn sloot daarmee de laatste partij uit haar carrière in verwarring af. En dat terwijl de uitslag haar eigenlijk niet had mogen verbazen, klonk het cynisch in de catacomben van de Kokugaikan Arena, normaliter domein van sumoworstelaars. "We boksen wel vaker tegen elkaar. Zij pakt de grote prijzen, ik win de lullige toernooitjes. Daar komt het eigenlijk op neer."
Uitgerekend op de Olympische Spelen waar de VAR voor de eerste maal zijn opwachting maakte, bleek 'bout review' niet mogelijk. Het IOC, dat de organisatie van het olympisch bokstoernooi na malversaties tijdens Rio 2016 uit handen had genomen van wereldboksbond AIBA, had besloten dat het aantekenen van protest niet mogelijk was.
Ironisch genoeg lag uitgerekend het omstreden appèl van Price tijdens de WK van 2019 aan dat besluit ten grondslag.
Domme pech
Bondscoach Hennie van Bemmel moest aan de rand van de ring lijdzaam toezien hoe Fontijn zodoende een plek in de olympische finale werd onthouden. De vraag of er op de achtergrond wellicht duistere krachten speelden, liet hij onbeantwoord. "Dat is moeilijk te zeggen. Laten we het erop houden dat we domme pech hebben gehad."
Ofschoon ook hij Fontijn als winnares had ingeschat, legde de 68-jarige trainer zich al snel neer bij het juryoordeel. Zo gaat dat nu eenmaal in het boksen, leek hij ermee te willen zeggen. "En als we een protest hadden kunnen indienen, was dat vermoedelijk toch op niets uitgelopen. Die worden zeer zelden gehonoreerd."
In navolging van Fontijn nam ook Van Bemmel in Tokio afscheid van de wondere wereld van het vuistschermen. Hij was er in 1992 bij, toen in Barcelona de door hem opgeleide Orhan Delibas vanuit het niets een zilveren medaille veroverde. Toch was het niet die verloren partij tegen de Cubaan Juan Lemus die drie decennia geleden de meeste indruk op hem maakte tijdens het olympisch bokstoernooi.
"Dat was Orhans winstpartij in de kwartfinale tegen de Amerikaan Raul Marquez. In navolging van Oscar de la Hoya lag voor die jongen een vet profcontract klaar. Dat hij die gast uit het toernooi tikte was voor mij het absolute hoogtepunt."
Dat Van Bemmel 24 jaar na dato in Rio de Janeiro opnieuw aan de ring stond en er in Tokio opnieuw bij was, beschouwt hij als een compliment voor zijn doortastendheid. "Dat ik met Orhan Delibas, Peter Müllenberg en Enrico Lacruz drie keer met eigen boksers op de Spelen heb gestaan is iets waar ik best trots op ben. Ik kan tevreden terugkijken op mijn loopbaan."
Ook Fontijn sloot in Japan met volle tevredenheid haar loopbaan af. Na het zilver van Rio was er nu brons. Dat was, hoe vreemd het ook klinkt, ook wel een beetje een opluchting. In de aanloop naar Tokio 2020 had ze slechts één angst. "Dat ik met lege handen huiswaarts zou keren."
Keurslijf
Nu dat niet het geval was, restte tevredenheid. En opluchting, dat ook. Ze voelde zich naar eigen zeggen bevrijd van het keurslijf waarin ze gedurende haar carrière had gezeten. Boksen is nu eenmaal geen volleybal, verduidelijkte ze. "In die sport had ik tot mijn 39ste kunnen doorgaan. Boksen, dat is dag in en dag uit bikkelen. Ik ben er écht wel klaar mee."
Wat ze nu gaat doen? Een half jaartje niets doen, zei ze. Zes maanden waarin Fontijn op zoek naar de vrijheid die ze als boksster steeds vaker miste. Zes maanden ook waarin ze zichzelf heeft toegezegd tevreden te zijn met wat ze doet. "Als ik het vuilnis buiten zet, ga ik mezelf een applausje geven."