Jansen vijfde in olympische finale op 3-meterplank: 'Was superstabiel'
Inge Jansen heeft een ijzersterke olympische finale gesprongen op de 3-meterplank. Na vijf fraaie sprongen eindigde de Europees kampioene van 2019 als vijfde met 311,05 punten.
Daarmee zette ze een stijgende lijn voort na de zestiende plaats in de voorronde en de negende plaats in de halve finale. "Dit had ik in mijn wildste dromen niet kunnen bedenken", zei de Limburgse, die haar geluk niet op kon.
Jansen bewaarde haar beste sprongen voor de finale, maar had het gevoel nog beter te kunnen. "Ik heb nog wel dingetjes laten liggen, maar ik was gewoon superstabiel. Ik weet zeker dat er nog meer in de tank zit."
Tijdens de wedstrijd had Jansen niet gekeken naar de ranglijst. Pas na haar laatste sprong kreeg ze van bondscoach Edwin Jongejans te horen dat ze vijfde stond en kwamen de emoties los. "We hebben samen een traantje weggepinkt."
De 27-jarige Jansen begon sterk aan haar eerste olympische finale. De eerste twee sprongen (een tweeënhalve salto gehoekt en de dubbele salto gehoekt vooruit met een hele schroef) leverden haar beide 63.00 punten op.
Bij haar derde sprong (een tweeënhalve salto in de contra) leverde een schoonheidsfoutje bij het te water komen een kleine plons en aftrek op: 58,5 punten.
Haar moeilijkste sprong, een drieënhalve salto voorwaarts gehoekt, mislukte in de voorronde. Nu was de uitvoering echter uitstekend en dat leverde Jansen 63,55 punten op.
Jansen rondde haar serie af met een binnenwaartse tweeënhalve salto voorover gehoekt en ook die sprong leverde haar 63,00 punten op.
Het goud ging naar Shi Tingmao. De Chinese was met Wang Han, die nu het zilver veroverde, ook al de beste bij het synchroonspringen van de 3-meterplank. In 2016 won ze ook goud op beide disciplines. De Amerikaanse Krysta Palmer pakte het brons.