Nederland in recordtijd naar finale gemengde estafette 4x400 meter
Nederland heeft in Tokio de olympische finale op de 4x400 meter gemengd bereikt. Het kwartet Jochem Dobber, Lieke Klaver, Lisanne de Witte en Ramsey Angela liep in de series van de nieuwe discipline in een recordtijd van 3.10,69 naar de tweede plaats achter Polen, ruim voldoende voor een plaats in de eindstrijd.
De finale is zaterdagmiddag om 14.35 uur.
Jochem Dobber startte sterk, waarna Lieke Klaver en Lisanne de Witte Nederland in de voorhoede hielden. Slotloper Ramsey Angela maakte grote indruk door de tweede plaats vast te houden. Polen liep met 3.10,44 een Europees record. De tijd van Nederland bleek de tweede over twee series.
België won de andere serie in 3.12,75. In die race werden de ploegen van Amerika en de Dominicaanse Republiek gediskwalificeerd.
Podiumplek
"Een podiumplek zit erin", stelde startloper Dobber zelfverzekerd vast. "We hebben heel goed gelopen. Ik wist dat we ook zonder Femke Bol goed kunnen zijn." Klaver, De Witte en Angela deelden zijn enthousiasme. "Zaterdag is het echte werk"', keek Klaver vooruit. "Ik vond het best spannend. Dit zijn wel de Spelen. Dat geeft een extra lading", vulde De Witte aan. "Er komt meer aan", verzekerde Angela.
Nederland plaatste zich in mei bij de WK estafette in Chorzow voor de Spelen. De ploeg die toen in de series het olympisch ticket veiligstelde bestond daar uit Femke Bol, Lieke Klaver, Nout Wardenburg en Tony van Diepen. In de finale in Polen bleven Bol en Klaver aan de kant en finishte de ploeg als achtste.
Vraag is of Bol zaterdag in de olympische finale wel loopt. Nederlandse snelste atlete op de 400 meter loopt in de Japanse ochtenduren de series van de 400 meter horden, haar specialiteit. Bondscoach Laurent Meuwly moet de beslissing nemen. "De coaches doen het denkwerk over de opstelling. Wij hoeven ons alleen maar te focussen op dat rondje lopen", liep Dobber op de samenstelling in de eindstrijd vooruit.
Kogelstootster Jessica Schilder bleef in de kwalificatie steken. Het jonge talent uit Volendam kende een problematische aanloop naar haar olympisch debuut. De atlete (22) zou op 15 juli naar Tokio vertrekken, maar moest dat een week uitstellen omdat ze nog reststoffen van een eerdere coronabesmetting in haar lichaam had zitten.
Afzondering
Bij aankomst in Tokio bleek ze in de buurt gezeten te hebben van een atleet die op het vliegveld positief testte. Schilder en bondscoach Gert Damkat moesten twee dagen in Chiba, waar de Nederlandse atletiekploeg een trainingskamp had, in afzondering. De atlete en coach moesten met een aparte auto naar de training.
Schilder moest vrijdag voor de kwalificatie nog een pcr-test ondergaan. Daarna mocht ze het stadion in voor de kwalificatie. Ze begon met een afstand van 16,69 meter. Daarna volgden 17,74 en 16,82 meter.
Daarmee bleef de Volendamse, die in juni bij de NK grote indruk maakte met haar afstand van 18,77 meter, ruim onder de kwalificatie-eis van 18,80 meter voor een finaleplaats. Schilder eindigde in een veld van 32 als negentiende. De Chinese Lijiao Gong kwam het verst met een afstand van 19,46 meter.
Eerste atletiekgoud naar Ethiopië
Selemon Barega veroverde het eerste atletiekgoud in Tokio. De Ethiopiër kwam op de 10.000 meter na een geweldige race als eerste over de finish. De 21-jarige Barega , twee jaar geleden goed voor zilver bij de WK in Doha op de 5.000 meter, slaagde erin twee Ugandezen achter zich te houden. Hij won in 27.43,22.
Joshua Cheptegei sprintte naar de tweede plaats, zijn landgenoot Jacob Kiplimo veroverde brons.