Zilver voor Van Vleuten na blamage Nederlandse vrouwen in wegwedstrijd
De Nederlandse vrouwen zijn er niet in geslaagd de torenhoge verwachtingen waar te maken in de olympische wegwedstrijd in Tokio. In een matte koers gaf de Oranje-selectie vijf vroege vluchters een grote voorsprong van tien minuten en dat bleek een inschattingsfout. De Oostenrijkse amateur Anna Kiesenhofer profiteerde optimaal en pakte goud.
Zilver was een troostprijs voor Annemiek van Vleuten.
Halverwege de wedstrijd, toen er vooraan nog drie vluchters over waren, liet uittredend kampioene Anna van der Breggen zich afzakken naar de volgwagen van bondscoach Loes Gunnewijk. Het korte overleg resulteerde in het devies: aanvallen, voor het te laat is.
Aangevallen werd er ook, op Douchi Road, de zwaarste klim van de dag. Achtereenvolgens Demi Vollering, Annemiek van Vleuten, Marianne Vos en Van der Breggen zelf probeerden het, maar het was pas met 54 kilometer voor de boeg dat Van Vleuten weg wist te komen.
De 38-jarige favoriete, die bij haar laatste olympische optreden in Rio zwaar ten val kwam, leek op weg naar een mooie stunt. Maar het verschil met vroege vluchtster Kiesenhofer, die ondertussen weg was gereden bij haar medevluchtsters Anna Plichta (Polen) en Omer Shapira (Israël), bleef maar schommelen rond de vijf minuten.
Van Vleuten zakt terug
Van Vleuten beschikte niet over superbenen en zakte terug in het peloton. Er volgden wel demarrages, maar tot een georganiseerde jacht op de vluchters kwam het niet. Daar was het peloton ook niet groot genoeg voor; er stonden slechts 67 rensters aan de start. De toplanden stonden met vier rensters aan het vertrek.
Bij de voorlaatste passage van de finish op het Fuji-circuit, met nog een kleine twintig kilometer te gaan, reed Kiesenhofer nog altijd ruim vier minuten voor het peloton uit. Langzaamaan werd duidelijk dat de strijd om goud verloren was.
Mogelijk werden de plannen van Nederland verstoord door een herhaling van zetten; met nog een kleine zeventig kilometer te gaan, kwakte Van Vleuten tegen het asfalt, net als vijf jaar eerder. Ze kon de Deense Emma Norsgaard niet meer ontwijken en ging onderuit.
Ze hield er ogenschijnlijk niet al te veel kleerscheuren aan over, want nog geen zes kilometer later plaatste ze een demarrage, maar topfit oogde ze niet meer.
In de laatste kilometers van de koers, toen Kiesenhofer al bijna binnen was, deden de vier Oranje-vrouwen er nog alles aan om de andere twee vroege vluchters (Plichta en Shapira) terug te pakken en dat lukte. En met haar laatste krachten slaagde Van Vleuten er vervolgens nog wel in om een demarrage eruit te persen, wat haar de zilveren medaille opleverde. Juichend kwam ze over de finish. Het was een troostprijs voor een mislukt optreden van de Nederlandse selectie.