Nog ruim 150 vermisten in Duitsland: puinhopen meter voor meter afgezocht
Een week na de watersnoodramp in Duitsland gaat het zoeken naar doden en vermisten nog altijd door. Inmiddels zijn bijna 170 doden geborgen. Daarvan moet nog zeker de helft geïdentificeerd worden. Meer dan 150 mensen staan nog opgegeven als vermist, vooral in de regio Ahrweiler in de Eifel.
Honden en identificatieteams speuren in de eindeloze puinhopen naar overlevenden, maar de kans dat ze nu nog worden gevonden, is klein. "Een week na zo'n gebeurtenis neemt de kans dat vermisten nog in leven zijn, natuurlijk af", zegt deelstaatminster van Rheinland-Palts Roger Lewentz. "En ik kan vandaag ook niet zeggen dat we het lot van alle 155 vermisten gaan ophelderen."
Veel mensen keren ook weer terug naar huis en treffen daar grote puinhopen aan:
Omdat de hulpdiensten met acute noodhulp bezig waren, kan op veel plekken nu pas een begin gemaakt worden met het leegpompen van kelders. Daarbij verwachten de autoriteiten ook nog slachtoffers te vinden.
Lewentz vertelt over de enorme operatie: "We gaan meter voor meter af, eerst langs de rivier, maar ook door de huizen. Het moet gestructureerd gaan. Het is de taak van de politie om lichamen veilig te stellen. Je moet niet willen dat buren elkaar vinden."
In Altenahr ruikt het naar de dood.
De enorme verwoesting maakt de zoektocht ingewikkeld. In het zwaar getroffen stadje Altenahr wijst vrijwillige brandweerman Frank Ley naar een brug, de enige van de drie bruggen die nog overeind staat. "Kijk daar. Voor de brug hebben zich bomen, puin, auto's en nog veel meer opgehoopt. In die ophoping zijn vandaag nog twee lichamen gevonden. Maar voor je daar helemaal doorheen bent, dat duurt echt een tijdje."
Er worden ook speurhonden ingezet. "In Altenahr ruikt het naar de dood", zegt een andere vrijwilliger. "In alle volledig verwoeste huizen en met name in de kelders zijn zeker nog niet alle lichamen geborgen."
Lijsten met vermisten
Niet alleen het zoeken naar slachtoffers, ook de identificering van de gevonden lichamen gaat langzaam. Onderzoekers vergelijken gebitsgegevens en DNA met databanken. Ze lopen de lijsten met vermisten na en vragen familie en vrienden foto's van de vermiste persoon, wat hij of zij als laatste heeft gedragen of waar ze voor het laatst zijn gezien.
Dat kost tijd. In Rijnland-Palts zijn van de 128 geborgen doden nog maar 66 geïdentificeerd. Minister Lewentz benadrukt dat de slachtoffers niet gezamenlijk begraven zullen worden. "We willen dat deze mensen in waarde en door hun geliefden begraven kunnen worden."