Georgische cameraman die gewond raakte bij bestorming lhbti-kantoor overleden
Een Georgische cameraman is overleden nadat hij een week geleden gewond was geraakt bij de bestorming van een kantoor van de lhbti-beweging in de hoofdstad Tbilisi. Ook tientallen journalisten en cameramannen werden aangevallen en mishandeld, onder wie Lekso Lasjkarava.
Lasjkarava, die werkte voor de Georgische tv-zender TV Pirveli, liep ernstige verwondingen op. Verschillende botten in zijn gezicht waren gebroken. Al snel werd hij uit het ziekenhuis ontslagen om thuis te herstellen.
Volgens de Amerikaanse zender Radio Free Europe/Radio Liberty werd Lashkarava door zijn moeder dood in bed zijn aangetroffen.
Op beelden van Georgische media is te zien hoe de cameraman eraan toe was na de mishandeling:
De bestorming van het kantoor in de hoofdstad Tbilisi gebeurde voordat een geplande Pride-mars zou plaatsvinden. De aanval was volgens de Tbilisi Pride het werk van tegenstanders die gesteund worden door de regering en de Georgisch-orthodoxe kerk. Die laatste zou hebben oproepen tot verzet tegen de mars.
Nieuwszender JAM sprak met journalist Miranda Bagatoeria, een collega van Lasjkarava, die op het moment van de bestorming bij de cameraman in de buurt was. "Toen ze het kantoor binnendrongen, schopten ze mij als eerste", vertelt ze. "Onze cameraman 'Lekso' probeerde ze tegen te houden en zei tegen een priester: "Wat ben je aan het doen, wij zijn journalisten!" Toen vielen ongeveer twintig radicalen hem aan."
Er ging luid gejuich op toen de eerste man het balkon met de regenboogvlag bereikte:
Volgens Bagatoeria waren de twee "volkomen weerloos". "Er was maar één politieagent en hij kon ons niet helpen. 'Lekso' werd genadeloos geslagen door de menigte en lag in een plas bloed. Ik schreeuwde en huilde en smeekte: "Dood ons niet!"
Aanvankelijk dacht Bagatoeria dat de cameraman ter plekke was overleden. "Eerst kon ik zijn stem horen, maar toen viel hij stil en ik dacht: 'Dat is het, ze hebben hem vermoord'".
Naar aanleiding van het geweld besloot de organisatie de optocht niet door te laten gaan. "We kunnen geen mensenlevens riskeren door de straat op te gaan, als daar overal gewelddadige aanvallers rondlopen", aldus de verklaring van de organisatie.
Geweld veroordeeld
Buiten Georgië werd het geweld sterk veroordeeld. Human Rights Watch sprak van "een trieste dag in de democratische ontwikkeling van Georgië". VVD-Kamerlid Hatte van der Woude noemde de beelden schokkend en riep Europese leiders op zich in te zetten voor vrijheden en gelijke rechten in Georgië.
De kerkleiding keurde het geweld tegen journalisten af, maar legde de schuld bij Tbilisi Pride. Volgens het patriarchaat zouden "een niet-traditionele levensstijl en tekenen van moreel, psychologisch en ideologisch geweld tegen de bevolking" een "onvermijdelijke reactie" hebben uitgelokt.
De dag na de bestorming verzamelden duizenden demonstranten tegen het homofobe geweld zich bij het Georgische parlementsgebouw. Mensen namen naast regenboogvlaggen ook Europese vlaggen mee. Ook toen waren er tegendemonstranten op de been, die een Europese vlag verbrandden.