NOS Nieuws

Kamer erkent IS-misdaden tegen jezidi’s als genocide: 'Belangrijke eerste stap'

  • Lennard Swolfs

    redacteur Buitenland

  • Lennard Swolfs

    redacteur Buitenland

De Tweede Kamer erkent de misdaden van terreurbeweging Islamitische Staat tegen de jezidi-gemeenschap als genocide en misdaden tegen de menselijkheid. Een meerderheid stemde vandaag in met de motie van Anne Kuik van het CDA.

Voor de jezidi-gemeenschap in Nederland lijkt het een belangrijke eerste stap. "Het zorgt voor gerechtigheid voor de slachtoffers", vertelt Wahhab Hassoo, die sinds 2012 in Nederland woont. "Het gaat heel vaak over de daders, de aanhangers van Islamitische Staat. Maar de jezidi's krijgen nooit een stem. Ik hoop dat deze motie een eerste stap is om de daders te berechten en de slachtoffers de juiste hulp te bieden."

Tot slaaf gemaakt en vermoord

De jezidi's zijn een etnische en religieuze minderheidsgroep in Irak. Op 3 augustus 2014 viel IS de geboortegrond van de jezidi's binnen in het noorden van het land, vlak bij de stad Sinjar. De terreurbeweging ziet hen als ongelovigen en duivelaanbidders. Vrouwen werden tot slaaf gemaakt, kinderen gekidnapt en opgeleid tot strijders en de mannen gedood. Honderdduizenden jezidi's sloegen op de vlucht, de bergen in. Duizenden werden ontvoerd en vermoord.

In 2019 sprak de NOS met Parween Alhinto. Zij werd verkracht en geslagen door aanhangers van Islamitische Staat:

'Ik werd verkracht en geslagen'

Onder andere het Europees Parlement, de Parlementaire Assemblee van de Raad van Europa en het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden bestempelden de wreedheden van IS tegen jezidi's, christenen en andere minderheden eerder al als genocide. De Tweede Kamer wil met deze motie ook zo'n signaal afgeven en de internationale druk opvoeren.

'Goedmakertje'

Toch heeft Hassoo een dubbel gevoel bij de motie, omdat de timing volgens hem samenhangt met het debat over het terughalen van IS-vrouwen naar Nederland. Afgelopen donderdag sprak de Kamer hierover. "Het voelt een beetje als een goedmakertje. Nu er in de Tweede Kamer gesproken wordt over het terughalen van IS-strijders, erkennen ze pas het leed dat de jezidi's is aangedaan."

Ook Dalal Ghanim, die in 2013 naar Nederland kwam, vindt dat de erkenning laat komt. "Als Nederland mensenrechten zo belangrijk vindt, hadden ze dit al veel eerder moeten doen. We zijn nu zeven jaar verder." Toch is ze blij met de erkenning, en hoopt ze net als Hassoo dat er nu eindelijk actie ondernomen wordt.

Beiden hopen op slachtofferhulp voor de jezidi's in Nederland en Irak, en een sneller verloop van asielprocedures. "Maar dat moet allemaal nog blijken", vertelt Hassoo. "Vooralsnog lijkt het een symbolische stap."

Weinig betekenis

Volgens Bibi van Ginkel van denktank The Glocal Connection is de motie inderdaad vooral symbolisch. "Het is een mooi steuntje in de rug voor de slachtoffers, maar juridisch gezien betekent het bijzonder weinig", zegt de terrorisme- en internationaal recht-specialist. "Het is niet zo dat dit nu opeens extra rechten geeft aan de slachtoffers, of dat het een extra verplichting met zich meebrengt ten aanzien van vervolging. Het schetst daarmee dus geen nieuwe realiteit."

De motie heeft volgens van Ginkel dan ook geen enkele betekenis, tenzij de Kamer besluit er vervolgstappen aan te koppelen. "Als je puur kijkt naar het Genocideverdrag, staat er nergens dat op het moment dat staten politiek vaststellen dat er sprake is van genocide, dat ze dan verdere stappen moeten ondernemen", legt ze uit. "Bij vermoeden van genocide zal het OM vervolging starten. De rechter besluit uiteindelijk of er sprake van was en of het de verdachte strafrechtelijk kan worden aangerekend."

Collectief trauma

Toch houdt de jezidi-gemeenschap goede moed, en hoopt ze dat er naar aanleiding van de motie meer discussie op gang zal komen, die uiteindelijk tot vervolgstappen leidt. "Bij het erkennen van een genocide hoort ook het helpen van het volk", zegt Ghanim. Die hulp is volgens haar vooral hard nodig voor de jezidi's die in vluchtelingenkampen in het noorden van Irak wonen. "Hun huizen zijn platgebombardeerd, de meesten wonen in tentenkampen. Ze hebben een gebrek aan alle basisbehoeften."

Ghanim bezocht in maart, voor het eerst sinds ze naar Nederland vluchtte, haar familie in het noorden van Irak. "Ik heb de verhalen gehoord en de foto's en video's gezien, maar het blijft hartverscheurend om met mijn eigen ogen te zien wat mijn volk is aangedaan. De jezidi's hebben een collectief trauma opgelopen en het wordt tijd dat Nederland samen met de internationale gemeenschap de jezidi's hulp en bescherming biedt."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl