NOS Nieuws

'Nederlandse' robotarm gaat na 35 jaar toch nog de ruimte in

  • Ivo Landman

    redacteur Online

  • Ivo Landman

    redacteur Online

Investeerders en ruimtevaartingenieurs zullen een diepe zucht van opluchting slaken als een zware raket zich ergens in de komende weken vanaf de Russische lanceerbasis Baikonoer verheft. 35 jaar na het eerste ontwerp gaat de grotendeels in Nederland ontworpen en gebouwde robotarm ERA eindelijk de ruimte in. Vandaag geeft de Europese ruimtevaartorganisatie ESA een zogeheten preview bij ESTEC in Noordwijk.

Het is een emotioneel moment, ook voor ESA-manager Philippe Schoonejans die er al die jaren bij betrokken was, en bij de lancering aan veel meer zal denken dan de robotarm alleen. Vooral aan zijn vrouw, die alle ergernissen, alle ups en downs van dichtbij meemaakte, en vijf jaar geleden overleed aan kanker. "Als ik een telefoontje kon plegen naar de hemel, dan zou ik bellen om te vertellen dat hij uiteindelijk toch gegaan is."

Schoonejans, ook in Noordwijk vandaag, zou er een boek over kunnen schrijven. Want het verhaal van de robotarm ERA is bijna episch. Toen de eerste schetsen werden gemaakt, wist niemand dat het bedrijf dat de arm zou bouwen twee keer van naam zou veranderen (nu Airbus Defence & Space), dat de arm drie keer voor een ander ruimtevaartuig bestemd zou worden en dat de lancering van zijn uiteindelijke bestemming, de Russische ISS-module Nauka, ook nog eens veertien jaar vertraging zou oplopen. "Sommige mensen zeiden: moeten we hier niet eens een keer mee ophouden? Straks gaat-ie nooit."

Het verhaal van ERA begint in 1985, als Europa nog plannen heeft voor een kleine spaceshuttle, de Hermes. Die minishuttle komt er niet, maar de arm, toen nog HERA geheten, is al zover in ontwikkeling dat er een nieuwe bestemming wordt gezocht.

Even komt de geplande opvolger voor het Russische ruimtestation Mir in beeld, maar die wordt eveneens geannuleerd. In plaats daarvan leveren de Russen een groot deel van het ISS en wordt de arm toebedacht aan een platform met zonnepanelen. Maar ook dat platform haalt het niet. Pas in 2005 komt de verlossing: ERA zal meevliegen op een nieuwe Russische module, de Multipurpose Laboratory Module, later omgedoopt tot 'Nauka', Russisch voor 'wetenschap'.

In 2007 moet Nauka de ruimte ingaan. Maar de grootste beproeving begint dan pas. Nauka was een reservemodule, die klaarlag sinds 1998. "De Russen dachten dat er alleen wat minimale wijzigingen nodig waren, maar dat bleek meer werk dan verwacht", vertelt Schoonejans.

Daarnaast zijn er problemen met de motor. De module moet het laatste stukje naar het ruimtestation op eigen kracht vliegen, en de leidingen blijken vervuild. "Toen ze die gingen doorspoelen, kwam er allerlei prut uit, en dat ging naar de brandstoftanks. Die raakten dus ook vervuild en er waren geen reservetanks meer, want dit was al de reserve."

Philippe Schoonejans, sinds 1986 betrokken bij de Europese robotarm

Terwijl er naar oplossingen wordt gezocht, wordt het ruimtevaartbudget door de Russische Doema teruggeschroefd en na jaren vertraging beginnen ook nog eens de verzekeringen te verlopen voor bepaalde onderdelen. Ook voor de Europese robotarm, die uiteindelijk veertien jaar lang in de opslag ligt te wachten om aan de Russische module bevestigd te worden. "We moesten steeds opnieuw analyses doen om te kijken of bijvoorbeeld de lijmverbindingen nog wel goed vastzaten. Dat was gelukkig zo", zegt de projectmanager.

"Wat ik blijf uitleggen is dat het veertien keer met één jaar is uitgesteld. dat is heel anders dan het in in één keer met veertien jaar uitstellen. Veertien jaar lang hebben we steeds klaar moeten zijn voor de lancering. Er stond voortdurend een team in de startblokken."

In deze video zie je de montage van de robotarm op de Russische module en een animatie van wat hij moet gaan doen:

Nederlandse robotarm wordt op Russische ruimtemodule gemonteerd

Schoonejans houdt sinds 1995 een grafiekje bij met het aantal dagen tot de lancering. "Dat is een heel spectaculair grafiekje geworden." Uiteindelijk heeft de arm zo'n 360 miljoen euro gekost (waarvan 75 miljoen door de vertragingen). Twee derde van dat bedrag is door Nederland betaald. "Het is het grootste ruimtevaartproject van Nederland. En vervolgens gaat hij dus jarenlang niet, dat is heel erg zuur. Men werd bang dat er kritiek zou komen. Zo van: waarom hebben jullie in godsnaam zoveel geld aan dit project uitgegeven?"

Dit jaar kon eindelijk een team afreizen naar Rusland om te helpen de arm aan Nauka te bevestigen. De lancering is gepland voordat deze zomer opnieuw een verzekeringscertificaat verloopt. "Het is eigenlijk een geweldig halleluja-moment. Ik ben ongelooflijk blij dat dit nog doorgaat. Het is eigenlijk onvoorstelbaar, want ik heb er 35 jaar aan gewerkt. Dat hij nou wel gaat is gewoon een beloning voor iedereen die er vertrouwen in heeft gehouden en zich ingezet heeft."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl