RIVM: 'Het gaat goed en steeds beter'
Nederlanders verheugen zich massaal op de nieuwe tijd, de tijd waarin SARS-CoV-2 weg is. Ze willen meer versoepelingen en houden zich steeds minder aan de nog geldende regels. Dat bleek uit het woensdag gepubliceerde maandelijkse corona-onderzoek van I&O Research in opdracht van de NOS.
Bij al het goede nieuws over het verloop van de epidemie is minstens één, niet onbelangrijke kanttekening te maken. Namelijk die over de opkomst van de Indiase variant, die nog een stuk besmettelijker zou zijn dan de Britse variant en waartegen de bescherming van vaccins mogelijk net iets minder is.
Daarover, over het seizoenseffect en het succes van de vaccinaties tegen covid-19, sprak de NOS donderdagmiddag met Jaap van Dissel, directeur van het Centrum Infectieziektebestrijding van het RIVM en Jacco Wallinga, hoofdmodelleur van dat instituut.
Het zomerse weer gaat de verspreiding van SARS-CoV-2 tegen, maar ook vaccinaties doen dat. Hoe onderscheid je dat seizoenseffect?
Jacco Wallinga: "We berekenen het reproductiegetal dat de verspreiding van het virus weergeeft sinds februari 2020. Daarbij bekijken we allerlei factoren die veranderingen in dat R-getal kunnen veroorzaken, waaronder de temperatuur en de absolute luchtvochtigheid. Natuurlijk weten we ook heel zeker dat de genomen maatregelen erop van invloed zijn, of het loslaten daarvan. Of het gedrag van mensen.
We schatten in welke mate we veranderingen kunnen herleiden naar factoren die variëren met de seizoenen. Dan zien we een zekere samenhang tussen enerzijds de temperatuur en de absolute luchtvochtigheid, die twee lopen min of meer gelijk op, en anderzijds het reproductiegetal. De bandbreedte van dat verband is een toename van het reproductiegetal met 10 procent in de winter en een afname met 10 procent in de zomer, allebei ten opzichte van de gemiddelde waarde van het R-getal."
Is er sprake van een rechtstreeks oorzakelijk verband tussen een hogere temperatuur en minder verspreiding van het virus?
Wallinga: "Het verband dat ik hier schets is op basis van de temperatuur. We hebben gecorrigeerd voor andere effecten die tegelijk optreden, zoals bijvoorbeeld de zomervakantie. Maar het gaat hier om correlaties, om een samenhang tussen temperatuur en de waarde van het R-getal. We weten niet of temperatuur de oorzaak is van de veranderingen van het R-getal. Het kan ook zijn dat mensen meer naar buiten gaan in de zomer en dat het virus zich daardoor minder makkelijk kan verspreiden."
Op dit moment stijgt het aantal geheel of gedeeltelijk gevaccineerde mensen in Nederland snel. Hoe voorkom je dat je het seizoenseffect verwart met het effect van de vaccinaties?
Wallinga: "We kunnen dat vrij goed uit elkaar trekken, juist omdat we het beeld al hebben sinds februari vorig jaar. Bij het vaccineren is het tempo er pas vrij recent in gekomen. De invloed van de temperatuurschommelingen door het jaar heen zijn er heel duidelijk uit te vissen."
Jaap van Dissel: "Bovendien monitoren we voortdurend de leeftijd van de patiënten die met covid-19 worden opgenomen in het ziekenhuis. Sinds de start van de vaccinaties zien we het aantal ziekenhuisopnames van personen uit de gevaccineerde leeftijdsgroepen sterk dalen. Meer dan in de overige, nog niet gevaccineerde groepen. Als je binnen de ziekenhuisbevolking met covid-19 en ook op de IC's de mensen gaat missen uit de groepen waarin de vaccinatiecampagne het verst gevorderd is, dan heb je bewijs voor het effect van de vaccinaties."
Zijn de vaccinaties nu de allesbepalende factor bij het verdere verloop van de epidemie of spelen de versoepelingen die nu doorgevoerd zijn en worden ook een rol?
Wallinga: "Bij de simulaties die wij maken kun je het effect van bepaalde factoren die meespelen uitzetten. Op basis van wat we zien als we aannemen dat we niet zouden vaccineren, kun je zeggen dat vrijwel alles wat nu gebeurt wordt aangedreven door het vaccineren. Dat er nu zo snel zo veel mensen worden gevaccineerd, zorgt ervoor dat het aantal mensen dat vatbaar is voor het virus in hoog tempo afneemt. Dat gaat veel sneller dan het ooit zou zijn gegaan door natuurlijke infecties. Alles wat we nu zien van de epidemie is in zeer sterke mate beïnvloed door de vaccinaties, en pas in tweede instantie door andere factoren."
Onderzoek van het RIVM heeft aangetoond dat het Pfizer/BioNTech-vaccin zeer effectief is bij ouderen.
Van Dissel: "We hebben laten zien dat het vaccin de oudste mensen heel redelijk beschermt tegen ziekte, maar vooral tegen ziekenhuisopname en overlijden. Bij de groep 85-plussers is de bescherming tegen ziekte iets minder, maar tegen ziekenhuisopname en overlijden nog steeds 90 tot 94 procent. Dat is buitengewoon effectief als je het bijvoorbeeld vergelijkt met het griepvaccin. Brits onderzoek wijst trouwens uit dat Pfizer/BioNTech en AstraZeneca nauwelijks verschillen in het tegengaan van ziekenhuisopnames en overlijdens."
Allemaal optimistische geluiden. Hoe zit het met de Indiase variant (delta-variant) die zich snel verspreidt in het Verenigd Koninkrijk en volgens wetenschappers daar zo'n 60 procent besmettelijker is dan de Britse variant (alpha-variant)?
Wallinga: "Hier in Nederland, maar ook in Denemarken en Duitsland, zien we deze variant nog maar heel incidenteel. Er is geen snelle verspreiding en dat was met de Britse variant wel anders. De situatie in Engeland verschilt wezenlijk van hier. Daar zijn veel meer mensen gevaccineerd, maar een groot aantal heeft nog maar één prik gehad. En er is veel meer met AstraZeneca gevaccineerd.
Daardoor is de situatie in Engeland niet goed vergelijkbaar met de situatie hier en weten we nog te weinig om te kunnen zeggen wat dit voor Nederland gaat betekenen. In ieder geval heeft ons land veel minder contact met India dan Engeland. Daar leven grote Indiase gemeenschappen en er is heel veel verkeer met India."
Maar komt die Indiase variant niet vanzelf op veel grotere schaal hier door onze nauwe contacten met Engeland?
Wallinga: "Het is zorgelijk wat er in Engeland gebeurt, maar het is lastig om dat direct naar Nederland te vertalen. We kunnen nu niet zeggen dat het ook voor ons een heel groot probleem gaat worden. We moeten realistisch zijn. Alle cijfers gaan de goede kant op, maar het is nog geen gelopen race.
We zijn wel echt heel erg op de goede weg. De Indiase variant is ook in Engeland een heel ander verhaal dan de Britse variant een half jaar geleden. Toen waren de ziekenhuizen overvol, daar is nu geen sprake van. Het gaat goed en het gaat steeds beter."
Duitsland heeft beperkingen ingesteld voor reizigers uit het Verenigd Koninkrijk.
Van Dissel: "Het OMT heeft het kabinet geadviseerd om een negatieve PCR-test van maximaal 72 uur voor inreizen te verlangen, in sommige gevallen aangevuld met een antigeensneltest op de dag van vertrek. Iemand die positief getest wordt, mag niet reizen. Aangevuld met de intussen ingestelde verplichte quarantaine van 10 dagen na binnenkomst in Nederland of 5 dagen na een negatieve PCR-test, is dat volgens ons voldoende om de insleep van virusvarianten onder controle te houden.
Wij hebben daarmee een generieke aanpak geadviseerd, geldig voor alle inkomende reizigers. Om het voorbeeld van de Indiase variant te nemen, die komt niet alleen in India en het Verenigd Koninkrijk voor, maar bijvoorbeeld ook al in landen om ons heen zoals België."
Gisteravond bleek dat het ministerie van VWS het Verenigd Koninkrijk, met Bangladesh, Pakistan, Myanmar en Nepal, als zeerhoogrisicogebied heeft aangewezen. Vanaf dinsdag 00.01 uur geldt een quarantaineplicht en niet langer een quarantaineadvies voor reizigers die vanuit deze landen naar Nederland reizen.