Bol weet het zeker na indoorseizoen: 'Echt weer beetje verliefd op hordenlopen'
Wat goed is, komt snel. En in het geval van atlete Femke Bol gaat het ook nog eens per week sneller. Elke wedstrijd lijkt haast wel een record op te leveren.
Als het uitstel van de Olympische Spelen van Tokio voor iemand niet slecht uitkwam, dan gold dat wel voor de specialiste op de 400 meter en 400 meter horden. Bol (21) groeide in twee jaar tijd uit van onbekend talent uit Amersfoort tot een atlete die als 'one to watch' ook de buitenlandse aandacht heeft.
Op de WK in Doha twee jaar geleden strandde Bol nog in de halve finales op de 400 meter horden. Begin dit jaar veroverde ze op de Europese kampioenschappen indoor haar eerste grote internationale medailles: goud op de 400 meter en de 4x400 meter.
Voor Bol is er echter helemaal niets veranderd, ook niet nu ze zich opmaakt op haar eerste Olympische Spelen. Ze is vooral heel erg zichzelf. Ze weet wat ze wil en wie ze is. En ze heeft vooral plezier in de dingen die ze doet.
'Hordenlopen is mijn grote liefde'
Jeroen Stekelenburg spreekt haar voor de olympische podcast vlak na een hordentraining. Ze straalt. Dit is wat ze het liefst doet. En dat is misschien ook wel haar geheim. Op de vraag wat voor gevoel het haar geeft, dat hordenlopen, is ze duidelijk.
"Ik was benieuwd hoe leuk ik de 400 horden weer zou vinden na het indoorseizoen met alleen maar 400 meters. Maar na mijn eerste hordentraining kan ik zeggen: ik ben echt weer een beetje verliefd."
"Hordenlopen is mijn grote liefde. Het is gewoon een stukje meer nadenken dan de 400 meter. Je moet uitkomen, je moet je ritme houden, je moet maar zien dat zo'n race lukt."
"En als je benen dan verzuren, wordt het weer anders. Dat nadenken over hoe je dat aanpakt, dat vind ik echt wel heel leuk."