Culturele instellingen bezuinigden in coronatijd vooral op zzp'ers
Dit weekend mogen na een maandenlange lockdown ook de theaters, poppodia en andere culturele instellingen weer open. De verliezen die zij de afgelopen tijd hebben geleden, zijn deels opgevangen door financiële steun. De culturele sector kreeg vorig jaar naast de bestaande steunmaatregelen 300 miljoen euro extra, om te voorkomen dat instellingen omvielen en mensen hun werk verloren.
"Voor vaste krachten is dat gelukt", zegt Rogier Brom, coördinator bij de Boekmanstichting, een kennisinstituut voor cultuur en beleid. Hij heeft onderzocht hoe corona de culturele sector financieel heeft geraakt. "De instellingen die wij hebben onderzocht, hebben in de crisis weinig bezuinigd op mensen in loondienst. Op zzp'ers daarentegen is wel bezuinigd, die hebben de hardste klap opgevangen."
Kim de Fuijk zag door corona haar werk als zangeres wegvallen. Ze is daarom iets heel anders gaan doen:
De onderzoekers hebben gekeken naar de financiën van culturele instellingen in de laatste drie kwartalen van het coronajaar 2020, en dat vergeleken met de laatste drie kwartalen van 2019. Culturele instellingen gaven vorig jaar zo'n 55 procent minder uit aan zzp'ers dan in het jaar daarvoor. Een groot verschil met werknemers in loondienst, waarop zo'n 3 procent is bezuinigd, blijkt uit de cijfers.
Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) noemt het onderzoek van de Boekmanstichting 'belangrijk'. Het steunpakket van 300 miljoen euro specifiek voor cultuur was vooral gericht op het ondersteunen van instellingen, met de gedachte dat zij onder anderen zzp'ers aan het werk zouden houden, zegt een woordvoerder.
Het ministerie benadrukt dat instellingen ondanks de moeilijke omstandigheden weliswaar gemiddeld 55 procent hebben bezuinigd op zzp'ers, maar dat betekent ook dat ze 45 procent van de betalingen overeind hebben kunnen houden.
Overigens betekent dit niet dat deze zelfstandigen helemaal geen steun kregen. Zij kunnen zelf ook aanspraak maken op het algemene steunpakket: als hun inkomsten wegvallen, kunnen ze via de TOZO een aanvulling op hun inkomen krijgen tot bijstandsniveau. Vanaf de zomer ging daarvoor wel het inkomen van een eventuele partner meetellen, waardoor minder zelfstandigen daarvoor in aanmerking komen.
Rode en zwarte cijfers
Er zijn ook grote financiële verschillen binnen de culturele sector, blijkt uit het onderzoek. "Poppodia en vrije producenten krijgen geen subsidie voor meerdere jaren van de overheid. Die zijn veel sterker afhankelijk van hun eigen inkomsten, en we zien dat die ook veel harder geraakt zijn door corona", zegt Brom.
Ook als je de coronasteun meeneemt, hebben poppodia in 2020 gemiddeld alsnog een verlies geleden van 19,7 miljoen euro, en vrije producenten (theatermakers die geen subsidie ontvangen) van 2,9 miljoen euro.
Instellingen die meerjarige subsidies krijgen van de overheid, waaronder dans- en theatergezelschappen, zijn in de zwarte cijfers geëindigd, blijkt uit de cijfers. Als je de coronasteun meerekent, hebben de organisaties binnen de theatersector, zoals gezelschappen en kleinere theaterzalen, bijvoorbeeld gemiddeld een positief resultaat behaald: ruim 22 miljoen euro. Schouwburgen en concertzalen zitten hier niet bij, de brancheorganisatie VSCD heeft niet meegewerkt aan het onderzoek.
Voor dit jaar is nog eens 482 miljoen euro uitgetrokken voor de cultuursector. Volgens het ministerie van OCW is dat pakket nog meer gericht op makers, veelal zzp'ers. Wat het effect van dat pakket is op de financiële situatie van de culturele sector is nog niet onderzocht door de Boekmanstichting.
Volgende week reageert het ministerie in een Kamerbrief inhoudelijk op de resultaten van dit onderzoek over 2020.