Van Rhijn geeft niet op: 'Het blijft mijn titel, die wil ik ook verdedigen'

Vier kanshebbers voor drie startplekken. Dat is grof geschetst de situatie bij de Nederlandse atletiekploeg die komende zomer op de Paralympische Spelen actief is. De concurrentie is zo hevig, dat regerend kampioen op de 100 meter in de klasse T62, Marlou van Rhijn, buiten de boot dreigt te vallen.

Marlene van Gansewinkel, Fleur Jong en Kimberly Alkemade draaien vanaf 1 juni alvast warm tijdens de EK para-atletiek in Polen, Van Rhijn ontbreekt daar.

"Ik ben best wel een tijdje gefrustreerd geweest, was ook gefrustreerd aan het lopen", zegt Van Rhijn over de laatste jaren, waarbij ze bestrijdt dat ze zichzelf nu opnieuw heeft uitgevonden onder de nieuwe regelgeving. "Ik denk eerder juist dat ik weer de Marlou ben die ik al was, die plezier had in wat ze deed. Eventjes lukte het niet zo goed, ik ben wel blij dat het nu weer terug is."

Beste van de wereld

Van Rhijn werd bekend als 'Blade Babe', maar leek haar snelheid kwijt te zijn nadat de reglementen in 2018 werden aangepast. Op kortere blades werd ze door de een na de ander voorbijgestreefd.

Van Gansewinkel pakte de Europese titel in Berlijn (2018) in een wereldrecord, won zilver op de WK in Dubai (2019), laatbloeier Alkemade (31) won daar brons. En en passant pakte Jong in Parijs (2020) het wereldrecord op de 100 meter af van Van Gansewinkel. De mondiaal snelste tijd staat sinds augustus 2020 op 12,78.

In onderstaande carrousel meer over de vier kandidaten:

Nederlandse vrouwen behoren tot de beste van de wereld op de sprint. "En ik ben ook trots om te zien dat het in mijn land nu heel goed gaat", zegt Van Rhijn over de ontwikkeling van de sport. Maar gewonnen geeft ze zich nog allerminst, nu ze zich in de laatste maanden voor Tokio in een eindsprint weer hoopt te kunnen meten met Van Gansewinkel, Jong en Alkemade.

Marlene van Gansewinkel en Fleur Jong lijken zich de minste zorgen hoeven maken in de laatste zes weken voordat de selectie bekend wordt, maar garanties zijn er niet. Zeker nu Van Rhijn zich weer aan het front meldt.

"Het blijft mijn titel, die wil ik ook verdedigen", zegt Van Rhijn, overtuigd van haar kansen. "Als ik dat niet doe, heb ik ook nergens meer wat te zoeken."

Dat Marlou van Rhijn überhaupt nog mag denken aan de Spelen, dankt ze aan het extra jaar voorbereiding dat ze door de coronapandemie kreeg. Inmiddels kan ze goed overweg met haar nieuwe, kortere blades. Maar of ze genoeg progressie heeft geboekt, moet nog wel blijken.

De snelste tijd van het seizoen voor Van Rhijn is 13,42 en die tijd ligt boven de limiet voor Tokio (13,30) en daarmee staat ze vierde op de ranglijst met de andere drie vrouwen.

"Mijn doel is nu om te kijken waar ik sta. Kijken of ik bij mijn oude tijden en het liefste iets harder kom. Is er genoeg verbetering, dan gaan we verder kijken. Tokio is sowieso het doel, in de wedstrijden moet blijken hoe zich dat gaat vormen."

Nog 90 dagen

Van Rhijn zegt alleen mee te willen doen als ze kans maakt om te winnen. Tijdens de Spelen in Rio was ze zowel op de 200 als de 100 meter de beste, een jaar later won ze nog goud en zilver op de WK. Dat waren de laatste grote successen van de Purmerendse.

De knop is om, terug op de baan straalt Van Rhijn weer als vroeger. "Ik ben heel erg blij om hier weer te zijn. Het was drie jaar geleden dat ik voor het laatst een 200 meter liep. Om dat nu weer te doen, is echt heerlijk. Die 200 meter heeft iets heel erg vertrouwds, het is echt veruit mijn favoriete afstand."

Helaas voor Van Rhijn staat de 200 meter in Tokio niet op het Paralympische programma, er is hier en daar gesneden in het aantal nummers om zowel bij de vrouwen als bij de mannen evenveel onderdelen te hebben. Dat is ten koste gegaan van de 200 meter in de klasse van Van Rhijn (T62).

Nog 90 dagen dan beginnen de Paralympische Spelen met drie kanshebbers voor de titel op de 100 meter, maar of Marlou van Rhijn er daar één van is is nog maar de vraag.